De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1977 Aan Willibald Pirckheimer
| |
[pagina 111]
| |
kan bedriegen. Het is verbazingwekkend hoe mensen soms veinzen en huichelen. En als iemand je oprecht genegen is, is het vreselijk om te zien hoe kort dit duurt, hoe door een kleine aanleiding die sympathie geheel in haat verandert. Hoe hardnekkig is dan de herinnering aan de belediging, hoe snel vergeten alle vriendendiensten. Er zijn mensen die, zelfs als ze zouden willen, een ander op geen enkele manier kunnen helpen, hoewel iedereen een ander kwaad kan doen. Er zijn mensen die, terwijl ze zonder erbij na te denken een ander proberen te helpen, hem het meest kwaad doen. Met dergelijke vrienden hebben wij te maken. Ik betreur het dat wij dit delen; ik zou het rustiger over me heen laten komen als het alleen mijn ongeluk was. Je raadt me echter in al je wijsheid en als een vriend aan om tevreden te zijn met de handelwijze van de mensen, tenzij ik me liever in eenzaamheid zou willen terugtrekken. Ik vergeef mijn vrienden hun menselijke tekortkomingen heel makkelijk; het verderfelijke verraad van degenen voor wie ik uitermate genereus ben geweest, accepteer ik weliswaar, maar niet zonder afschuw. God verhoede dat ik jou van iets dergelijks verdenk, hoewel ik enkele mensen ken die alleen geboren zijn voor het verbreken van de vriendschappen van goede mensen. Ik ben zonder meer akkoord met de dingen die jij schrijft over de kwestie rond Oecolampadius,Ga naar voetnoot6. mits je goedvindt dat ik erover zwijg. Ik was erover begonnen te schrijven,Ga naar voetnoot7. maar onmiddellijk realiseerde ik me dat ik niets anders zou bereiken dan dat ik hier opschudding zou veroorzaken waar de situatie al te veel ettert. En ik overweeg nu al te vluchten, maar ik zie niet waarheen. In Spanje hebben de zeven monnikenordes over het nieuwe boek van Lee zoveel opschudding veroorzaakt dat het gezag van de keizer noch dat van de aartsbisschoppen hen kan matigen.Ga naar voetnoot8. Enkele theologen in Parijs zinnen onder leiding van Béda op extreme maatregelen.Ga naar voetnoot9. Ik heb hen evenwel wat opgehouden door brieven aan het parlement te sturen.Ga naar voetnoot10. De leider van deze foltering in Leuven is mijn aartsvijand, zoals hij dat van alle goede mensen is.Ga naar voetnoot11. | |
[pagina 112]
| |
Zowel de koning als de aartsbisschop van CanterburyGa naar voetnoot12. nodigt mij zeer vriendelijk uit naar Engeland te komen, maar er zijn heel veel redenen die mij voor dit eiland doen terugschrikken.Ga naar voetnoot13. Maar waartoe dient deze overweging, wanneer mijn slechte gezondheid geen enkel vertrek toestaat, wanneer ik thuis met moeite in leven blijf, als je dit tenminste leven kan noemen en niet eerder op sterven liggen? Of Philipp Luther heeft geholpen tegen mijn Diatribe of niet maakt mij althans helemaal niets uit.Ga naar voetnoot14. Ze hebben de Artikelen hier opnieuw uitgegeven.Ga naar voetnoot15. Luther lijkt zijn vorstGa naar voetnoot16. een beetje te vleien. Waar het lutheranisme ook maar heerst, daar gaat de literatuur ten onder, en toch voedt dit slag mensen zich vooral met literatuur. Ze verlangen slechts twee dingen: geld en een vrouw; de rest verschaft het evangelie hun, dat wil zeggen de mogelijkheid te leven zoals ze willen. De zaken van koning Ferdinand in Hongarije gaan tamelijk goed,Ga naar voetnoot17. als de Turken het hem gunnen.Ga naar voetnoot18. Ursinus Velius heeft al een boek geschreven over zijn daden.Ga naar voetnoot19. HijGa naar voetnoot20. jaagt met name de wederdopers, van wie ze zeggen dat ze elk gezag omverwerpen, met straffen schrik aan. Mijn niersteen is veranderd in kalk, waarvan ik dagelijks een grote hoeveelheid uitstoot, maar de pijn is draaglijk. Ik vermoed dat ik de kwaal opgelopen heb door wijn en suiker, die gifmengers allebei met kalk, meen ik, mengen. Ik zou willen dat jou in plaats van dat water, waarmee jij je, zoals je schrijft,Ga naar voetnoot21. in leven houdt, de drank ambrozijn ten deel valt, die jou onsterfelijk maakt, zodat jij zo lang mogelijk het vaderland kunt helpen! Ik ben diep bedroefd over het lot van Dürer.Ga naar voetnoot22. Ik meen dat jij de passage | |
[pagina 113]
| |
hebt gelezen waarin ik melding van hem maak. Het hele werk is nu voltooid.Ga naar voetnoot23. Misschien zul je zeggen dat het te beknopt is. Ik geef het toe, maar ik had geen andere gelegenheid en ik ben van mening dat dit boek, zoals het nu is, bij zeer veel mensen van hand tot hand zal gaan. KlebergerGa naar voetnoot24. is hier al lange tijd weg, maar ik weet niet wat hij heeft gedaan. Hij heeft mij tweemaal bezocht, maar hij heeft mij bij het weggaan niet vaarwel gezegd. Glareanus is hier nu de enige die veel leerlingen heeft.Ga naar voetnoot25. De man heeft geen aanstelling; hij wordt nu gedwongen van dag tot dag te leven. Tot zover in reactie op jouw brief van 19 januari. Ik neem aan dat Van der Dilft bij jou is geweest. Ik wil graag weten hoe de jongeman jou is bevallen. Ik stuur je een kopie van de brief van de keizer die hij als laatste aan mij schreef.Ga naar voetnoot26. Uit de Apologia die nu verschijnt, zul je een deel van de Spaanse tragedie vernemen.Ga naar voetnoot27. Als de lutheranen zich zich niet hadden beziggehouden met het ontmantelen van de eucharistie, het afschaffen van de mis, het verwijderen van afbeeldingen, en hun volgelingen in de eerste plaats hadden aangespoord tot een zuiver leven, hadden we kunnen hopen op een gelukkigere afloop. Nu zwijgt Luther, strijkt Melanchthon het glad, maar de Frygiërs, zoals je zegt, komen te laat tot inzicht.Ga naar voetnoot28. Een paar dagen geleden is Oecolampadius getrouwd met een zeer lieftallige jonge vrouw, uit verlangen in de Veertigdagentijd zijn vlees te tuchtigen.Ga naar voetnoot29. Het ga je goed, zeer doorluchtige heer. Bazel, 20 maart 1528 Jouw Erasmus van Rotterdam voor de vuist weg geschreven Aan de zeer geachte heer Willibald Pirckheimer, raadsheer van zijne keizerlijke majesteit Te Neurenberg |
|