1978 Aan Haio Herman
Bazel, 20 maart 1528
Erasmus van Rotterdam groet Herman van Friesland
Ik feliciteer je met je behouden terugkeer uit Italië en ik feliciteer je met je gelukkige huwelijk,Ga naar voetnoot1. waarbij ik vurig wens dat beide blijvend zijn. Aan mijn dialogen De pronuntiatione en Ciceronianus heb ik een redevoering van Rudolf Agricola toegevoegd, die hij in Milaan heeft gehouden,Ga naar voetnoot2. zo lijkt het. Alles wat van die man komt, ademt een zekere goddelijkheid. Daarom zou ik niet willen dat er iets van hem verloren gaat. Je bent het aan je vaderland en je familie verplicht, mijn beste Herman, je hiervoor te interesseren.Ga naar voetnoot3. Daarom vraag ik jou je hierover te buigen. Bij niemand past deze taak meer dan bij jou. Iemand heeft het werk De inventione rhetorica met commentaar overladen, een jongeman blijkbaar, die niet ongeleerd is en ook niet onwelsprekend, maar er zitten veel terloopse opmerkingen in, sommige zelfs nogal langdradig en kinderachtig.Ga naar voetnoot4. Ik zou liever aantekeningen willen die geleerd en relevant zijn. Als ik niet onder zoveel lasten gebukt ging, zou ik er geen bezwaar tegen hebben deze taak op me te nemen; zozeer koester ik de herinnering aan Rudolf. Als jij dit werk op je zult nemen, zul je tegelijk ook jouw naam meer bekendheid geven. Deze roem zal jou enig voordeel brengen. Doe jouw schoonvader Pompeius Occo de hartelijke groeten van mij. Voor jou het allerbeste.
Bazel, 20 maart 1528