1971 Aan Juan Maldonado
Bazel, 15 maart 1528
Erasmus van Rotterdam groet Juan Maldonado
U moet weten dat uw lange brief, geschreven in de maand september van 1526, waarin u de geschiedenis van de gebeurtenissen daar bij u beschrijft,Ga naar voetnoot1. bij mij is bezorgd en mij om vele redenen veel plezier heeft gedaan. Hij is door mij uitvoerig beantwoord.Ga naar voetnoot2. Ik begrijp evenwel dat die klacht van u over niet bezorgde brieven door velen gedeeld wordt. Ik zou nog een kopie hebben gestuurd, als het niet al te laat was, en misschien hebt u hem al ontvangen. Ik zal hem niettemin sturen als u dat verlangt.
U beschrijft een van de oude rotten,Ga naar voetnoot3. ik zou willen dat er minder van zulke mensen zijn! Tegenwoordig zijn er overal massa's van dat soort mensen in overvloed.Ga naar voetnoot4. Het verbaast me dat daar bij u aan die mensen zoveel is toegestaan als nog nergens anders ooit was gebeurd. Ik zal tot mijn laatste snik met oprecht hart aan de zaak van het geloof werken; moge Christus zich om de afloop bekommeren. Ik maak mijn bagage klaar om hier weg te gaan.Ga naar voetnoot5.
Diego Osorio kan ik dezelfde genegenheid tonen;Ga naar voetnoot6. ik zie niet wat ik voor hem, een sympathiek iemand, terug kan doen. Hij verdient niet alleen mijn genegenheid, maar die van iedereen volledig, omdat hij aan de stamboom van zijn voorouders een voorliefde zowel naar literatuur als naar godsvrucht heeft toegevoegd, en op al deze dingen de mooiste kroon heeft geplaatst: verachting van roem.
Je hebt een door mijzelf eigenhandig geschreven brief, gezien onze gevoelens voor elkaar zeer kort, gezien mijn bezigheden lang genoeg. Het ga je goed.
Bazel, 15 maart 1528
Veel groeten van mij aan mijn dierbare Osorio