1966 Aan Quirinus Talesius
Bazel, 12 maart 1528
Erasmus van Rotterdam groet zijn vriend Quirinus Talesius
Ik heb ervoor gezorgd dat je deze brief bij Marcus LaurinusGa naar voetnoot1. aantreft bij terugkomst uit Engeland, waar jij ongetwijfeld met die trouw, ijver en zorg mijn zaak hebt behartigd waarmee jij zowel jezelf trouw bent geweest, dierbaarste Quirinus, als mijn vertrouwen in jou beantwoord hebt. Het is een schande je meester te bedriegen, maar een grotere schande een vriend die jou vertrouwt te bedriegen. Jij weet dat er bij mij nooit iets voor jou verborgen of geheim is geweest, zelfs niet van de dingen die anderen met een bos sleutels van de ogen van hun personeel weghouden, zelfs niet alleen van die van hun personeel, maar ook van die van hun kinderen.
Ik heb geen moeite me voor te stellen dat jij langer in Engeland bent blijven hangen: ik weet hoezeer mijn vriend Mountjoy in alles een uitsteller is, niet slechts in dergelijke aangelegenheden, en met hoeveel tegenzin die hooggeplaatste hovelingGa naar voetnoot2. een cliënt laat gaan. Men moet geen strijd leveren met de goden. Maar zorg ervoor dat je dit oponthoud nu door snelheid goed maakt, tenzij zich iets van een nieuwe kwestie heeft voorgedaan die jou in Vlaanderen ophoudt. Zowel mijn studies als mijn huishouding, die stilligt omdat ze op jou leunt, verlangen namelijk al lange tijd naar jouw aanwezigheid. Maar kom niet zo snel naar mij dat je niet vriendelijk en tegelijk met aandacht de groeten doet aan de oudste van mijn vrienden, Antonius Clava, de zeer oprechte Willem de Waele, en mijn patroon en steunpilaar Jacob de Praet, die jij, geloof ik, toch bij de Engelsen hebt ontmoet.Ga naar voetnoot3. Ik heb namelijk aan minder mensen geschreven, deels omdat geen van mijn zaken voor jou verborgen is, deels omdat ik erop vertrouwde dat jij voor mij bij mijn vrienden de plaats van een brief, hoe vol met woorden die ook is, zou innemen. Houd je ondertussen ver van Holland, dat niet verschilt van de kust van de Sirenen. Het is moeilijk de lotus te laten staan als hij eenmaal geproefd is.Ga naar voetnoot4.
Wat betreft het jaargeld van KortrijkGa naar voetnoot5. moet je de hele zaak zorgvuldig onderzoeken, en welk besluit de tijd en de gelegenheid jou ook maar zullen ingegeven, voer het uit. Ik laat het helemaal over aan jouw eerlijkheid en inzicht. Let op dat je behalve het noodzakelijke reisgeld niets aan geld of ringen meeneemt op reis; maar geef, om ervoor te zorgen dat je terugkeer naar ons veiliger is, ook jouw geld, als je dat hebt, in bewaring bij hen die ik genoemd heb, tenzij je mij misschien ook wantrouwt. Ik ben geen bankier: je zult van mij de volledige som terugkrijgen en geen cent minder, met de voor