De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |
1965 Van William Warham
| |
[pagina 86]
| |
van overtuigen hem iets van vertrouwen te schenken, of mijn zaken of die van mijn vrienden aan hem toe te vertrouwen. Daarom heb ik al een tijd geleden aan mijn hoogwaardige broeder de bisschop van Londen, de heer Tunstall, veertig Engelse ponden gegeven. Hij heeft gezorgd dat deze onder goede voorwaarden en voor de laagste kosten naar Antwerpen aan Pieter Gillis werden overgemaakt, zoals hij mij per brief liet weten.Ga naar voetnoot4. Ik zou hem nog eens twintig hebben gestuurd, maar ik heb besloten eerst af te wachten op welke manier je die veertig zult ontvangen: zodra je schrijft dat je ze hebt ontvangen, zal ik meteen de andere twintig geven, hetzij aan de hiervoor genoemde heer Tunstall, hetzij, als je dat liever wilt, aan de Spanjaard Luis de Castro, in wie je heel veel vertrouwen stelt. Want ik wil in elk geval, geloof me, liever dat ik dan dat jij zonder geld zit. Want ik, die hier tussen vrienden verblijf, zou op vele manieren bijgestaan kunnen worden, terwijl ze jou, die zich tussen vreemden ophoudt, misschien niet genoeg bijstand kunnen verlenen. Daarom zal ik, omdat ik zie dat het reizen waarschijnlijk gevaarlijker zal zijn dan het nu is, en de methoden van jouw studies en bezigheden dagelijks grotere uitgaven verlangen, er zorgvuldiger dan normaal voor zorgen dat het geld veiliger en voorzichtiger en ook in ruimere mate naar jou wordt overgemaakt; van de dingen die ik kan verschaffen, zal het jou helemaal aan niets ontbreken zolang als ik leef, ik die misschien ook na mijn dood jou van nut zal zijn, zoals mijn grote wens is. Maar als er zich voor de dood geen gelegenheid zal voordoen om jou te zien, smeek ik je, zoals ik hoop dat de almachtige God jou, een geleerd en vroom man, welwillend zal verhoren, om mij zo bij Gods majesteit in jouw zuivere gebeden aan te bevelen als jij voortdurend door mij bij hem wordt aanbevolen. Vanuit mijn huis Knole,Ga naar voetnoot5. 8 maart William van Canterbury Aan zijn zeer geliefde broeder in Christus, de heer Erasmus van Rotterdam, zeker de geleerdste van allen. Te Bazel |
|