1964 Van Johann von Vlatten
Speyer, 8 maart 1528
Gegroet. Weer zie ik hoeveel ik aan uw vriendelijkheid verschuldigd ben, dierbare Erasmus, omdat u zo vriendelijk was in uw verfijnde en onsterfelijke De optimo genere dicendi dialogusGa naar voetnoot1. mijn naam te noemen, die bij het nageslacht nu helemaal onsterfelijk is, ook al hebt u door uw oprechte genegenheid voor mij in de opdracht van de Tusculanae quaestiones zeer beleefd precies dit gedaan.Ga naar voetnoot2. Hierdoor komt het dat ik met mezelf in discussie ben op welke manieren ik Erasmus in elk geval een antwoord kan geven dat past bij zulke grote weldaden. Want als ik u probeer te bedanken, zing ik vaak het bekende liedje, maar als ik me voorneem u in overeenstemming met mijn vermogen te vergoeden, zal ik terecht van lompheid beschuldigd worden, omdat ik iets dat onsterfelijk is heb beantwoord met een goedkoop geschenkje. Om u er nadrukkelijk van te verzekeren dat ik niet graag door de mensen van ondankbaarheid beschuldigd wil worden, bied ik, mijn beste Erasmus, voorlopig evenwel mezelf, mijn huis, al mijn huisraad en dat van mijn familie ter gebruik aan u aan als mijn mecenas en die van alle geleerden, niet met hoogdravende woorden maar met een oprecht hart. Probeert u, als u mij genegen bent, uit of ik, Vlatten, zolang mijn levensadem deze ledematen bestuurt,Ga naar voetnoot3. Erasmus, in overeenstemming met het vermogen waarmee Christus hem rijkelijk heeft bedeeld, in enig opzicht in de steek zal laten. Ik stuur u deze beker om u een onderpand van onze vriendschap te geven en u te laten merken dat ik mij inspan om u ooit eens mijn dankbaarheid te betonen die, als hij niet gelijk aan uw verdiensten is, tenminste een teken van mijn gevoelens voor u mogen zijn. Uw vriend Quirinus,Ga naar voetnoot4. een zeer aanzienlijke
jongeman, heeft gemerkt dat u mij zeer dierbaar bent en dat hij aan mij door mijn vriend Erasmus is aanbevolen.
Het ga u goed, Speyer, zondag Reminiscere 1528 etc.
Johann von Vlatten, erasmiaans vanuit het diepst van zijn hart
Aan de voortreffelijke heer Erasmus van Rotterdam, zijn eerbiedwaardige en hooggeachte vriend, te Bazel