1961 Aan Juan de Valdés
Bazel, 1 maart 1528
Erasmus van Rotterdam groet Juan de Valdés
Zeer doorluchtige jongeman, jouw broer Alfonso de Valdés verleende en verleent mij zoveel gunsten, dat ik van alles moet houden wat op welke manier dan ook betrekking op hem heeft. Maar jij, naar ik hoor, lijkt zo op hem zowel wat lichamelijke verschijning als wat mentale vaardigheden betreft, dat jullie niet als twee tweelingbroers, maar als een en dezelfde man kunnen worden gezien. Daarom meen ik dat het het eerlijkst is dat ik jullie beiden dezelfde genegenheid schenk. Ik hoor dat jij je aan de vrije disciplines hebt gewijd, zodat je jouw karakter, dat is geboren voor deugdzaamheid, kunt verfraaien met alle soorten versieringen. Maar wat heeft het nu voor zin jou aan te sporen, wanneer je op eigen kracht deze voortreffelijke wedstrijd loopt? Het is beter jou te feliciteren en te applaudisseren. Neem dit van mij aan, dat ik niemand meer toegedaan ben dan jouw broer, en jou niet minder dan hem. Het ga je goed.
Bazel, 1 maart 1528