De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1954 Van Jan (II) Łaski
| |
[pagina 71]
| |
grote indruk maakte die brief van jou aan onze vorst.Ga naar voetnoot1. De vorst zelf is jou zeer toegedaan, ware het niet dat hij nu door voortdurende oorlogen geplaagd wordt, vooral met de Scythen.Ga naar voetnoot2. Over het algemeen zal hij evenwel niemand zelf de oorlog verklaren tenzij hij hevig geprovoceerd is. Hij heeft nu op jouw brief geantwoord, misschien minder elegant, maar wel vriendelijk, en hij heeft er honderd gouden dukaten bijgevoegd, die onze vriend JustusGa naar voetnoot3. uit Krakau samen met een brief aan jou zal opsturen.Ga naar voetnoot4. De hoofdverantwoordelijken voor dit initiatief waren kanselier Krzysztof en de bisschop van Płock.Ga naar voetnoot5. Hoewel hun inzet hiervoor allerminst noodzakelijk was - de vorst heeft namelijk uit zichzelf de opdracht gegeven dit naar jou te laten sturen - wilde ik toch liever dat het door die twee geregeld werd alsof zij de initatiefnemers waren, zodat dit in de ogen van anderen op wat groter gezag gebeurde. Mijn vriend de aartsbisschop kon zelfs geen aangenamer bericht krijgen dan dat van de Ambrosius-editie.Ga naar voetnoot6. Hij wenst nu door jou via mij te worden verontschuldigd voor het feit dat hij jou helemaal niet schrijft. En de waarheid is dat hij nu door zoveel zorgen en werkzaamheden in beslag genomen wordt dat hij zelfs nooit iets kan eten behalve 's nachts. Wij houden hier nu namelijk onze landdag, en hij wordt gedwongen steeds de vergadering voor te zitten tot de nacht valt, zolang als deze bijeenkomst van ons duurt.Ga naar voetnoot7. Deze zal toch wel in de komende paar dagen, denk ik, worden ontbonden. Maar hij zal jou schrijven als hij vrij heeft en er een of ander bewijs van zijn welwillendheid tegenover jou bijvoegen.Ga naar voetnoot8. Ik ben er echter nog niet zeker van of ik naar Spanje zal gaan of toch ergens anders heen. Deze kwestie is uitgesteld tot de terugkomst van onze koningin,Ga naar voetnoot9. die nu afwezig is, maar een dezer dagen zal terugkomen. En om je de waarheid te zeggen, mijn broer Jarosław is nog steeds weg: ik weet niet waar ter wereld hij zich nu bevindt, of wanneer ik hem terug moet verwachten. En ik ben bang dat hem iets overkomt; het baart ons ernstige zorgen dat | |
[pagina 72]
| |
hij zo rondzwerft. Hier lijkt alles overal eerder op oorlog dan op vrede te wijzen. Duitsland is verdeeld in verschillende delen en er lijkt iets te gaan gebeuren. Men beweert met stelligheid dat Turkije het zo verscheurde Hongarije al is binnengevallen of dit binnen de kortste tijd met een enorm leger zal doen. Wij zijn al bijna onafgebroken in oorlog met de Scythen. Thuis genieten wij evenwel een volmaakte vrede: moge God de almachtige willen dat het zo blijft. En wij letten er zeer nauwgezet op dat Luther of zijn groepering hier niets in gang zet, of dat aan de andere kant niet degenen regeren aan wie wij alle ellende waar dan ook geheel te danken hebben. Ik zou willen dat ze elders ook zoveel invloed hebben als ze nu hier hebben; hoewel ik uit wat jij me gestuurd hebt, ook begrijp dat zelfs in Spanje de dolle razernij van anderen zo goed en zo kwaad als het gaat ingetoomd wordt. Ik ben evenwel bang dat ze meer geprovoceerd dan gematigd worden, tenzij de vorsten gewelddadig gaan optreden. Ik ben jou werkelijk hoogst erkentelijk, mijn beste Erasmus, voor de dingen die jij mij hebt meegedeeld, niet alleen over anderen maar ook over jezelf, waaraan ik het grootste genoegen beleef. En ik kan mij niet genoeg verbazen over de zo sterke drang van die mensen om laster te verspreiden. Het verwondert me niet dat Béda doet zoals hij altijd doet; ik ken immers het karakter en de onwetendheid van de man. Zo'n grote theoloog is eerder bang dat hij een groot deel van zijn inkomen verliest dan van zijn reputatie, als hij zou toegeven dat hij tot nu toe niets heeft geweten of dat hij het van jou heeft geleerd. Ik betreur het zeker dat Froben is overleden. Ik ben namelijk bang dat zijn zoon niet zo nauwgezet zal zijn in het drukken van boeken als zijn vader was; want in dat boek dat jij mij nog hebt gestuurd,Ga naar voetnoot10. staan zeer veel fouten die erop wijzen dat hij minder zorgvuldig te werk is gegaan bij die activiteit. Op jouw boekje De arte concionandiGa naar voetnoot11. wordt door iedereen met smart gewacht en evenzo op jouw Augustinus-editie.Ga naar voetnoot12. Aan Beatus, Glareanus en Amerbach heb ik zo goed als ik kon geantwoord. De dingen die via Severinus gestuurd waren heb ik weliswaar allemaal ontvangen, maar ik heb Severinus niet gezien, en ik denk niet dat hij hierheen is gekomen.Ga naar voetnoot13. Binnenkort zal ik je weer schrijven als het mogelijk is, ofwel via Justus ofwel via een goede bekende van de bisschop van Płock,Ga naar voetnoot14. die zeer binnenkort zal vertrekken om een brief aan jou te bezorgen. Het ga je goed, voortreffelijke Erasmus, en geef me jouw vriendschap zoals je eerder hebt gedaan. | |
[pagina 73]
| |
Piotrków, 20 februari 1528 De jouwe met heel mijn hart, Jan Łaski, ik heb het eigenhandig geschreven |
|