De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1940 Aan Georg, hertog van Saksen
| |
[pagina 54]
| |
had ontvangen kwam hij naar Bazel,Ga naar voetnoot3. hevig geagiteerd en onder het dreigement van rechtszaken, na vertoning van een brief waarvan hij vermoedde dat hij door mij aan uwe illustere hoogheid geschreven was. Hierin werd hij ervan beschuldigd dat hij in Freiburg gedwongen was weg te gaan naar Bazel, deels wegens het veroorzaken van onlusten daar, deels wegens de schulden die hij had vergaard. Toen hij hier dezelfde roem vergaard had, zou hij hiervandaan naar Straatsburg zijn verhuisd en zich daar als een leider en voorvechter van de goddeloze lutherse zaak gedragen hebben. Ik herkende deze brief die in een onbekende hand geschreven was op geen enkele manier, ik vind hem niet terug tussen mijn papieren en ik geloof niet dat hij van mij afkomstig is. Of uwe zeer doorluchtige hoogheid boos is op Heinrich Eppendorf is mij althans onbekend, en als u hem iets kwalijk neemt zijn de redenen waarom u dit doet mij niet helder. Ik zou zeker hebben gehoopt dat hij door zijn verdienste in de hoogste achting bij u stond. Ik weet dat ik aan uwe hoogheid geschreven heb met het verzoek de jongeman, die begiftigd is met buitengewone talenten, van nietsdoen en luxe weg te roepen naar een of andere betrekking.Ga naar voetnoot4. Dergelijke dingen heb ik tijdens de vorige jaarmarkt aan Hieronymus Emser geschreven,Ga naar voetnoot5. toen Heinrich Eppendorf mij al voor de derde keer per brief met vijandelijkheden dreigde,Ga naar voetnoot6. en ik voegde er aan toe dat ik geenszins verlangde dat uwe illustere hoogheid hem in enig opzicht kwaad berokkende, maar dat u zich zowel bekommerde om zijn belangen als ervoor zorgde dat hij mij en mijn studies met rust liet. Ik heb echter zowel aan uwe illustere hoogheid als aan functionarissen aan uw hof, met name Emser en Pistoris, talrijke brieven gestuurd, maar ik kan me niet goed alle dingen herinneren die ik geschreven heb. Maar als u zich van hem afgekeerd hebt door mijn geschriften of mijn klachten, zou ik wensen dat u uw oude sympathie en welwillendheid tegenover de begunstigde van uw goedheid weer opneemt, vooral omdat wij, nadat de beledigingen en verdenkingen tussen ons van beide kanten opgehouden zijn, zoals het christenen betaamt, onze oude vriendschap hebben hernieuwd, waarna we opnieuw de wedijver om welwillendheid zullen aangaan. Hier is door gemeenschappelijke vrienden voor gezorgd, zeer geleerde en voortreffelijke mannen. Zij waren van mening dat dit in het belang van beiden zou | |
[pagina 55]
| |
zijn, vooral in dat van mij, aangezien ik, vermoeid door zowel ouderdom als een slechte gezondheid als onmetelijke wetenschappelijke inspanningen, en onkundig in het spreken voor de rechtbank, volstrekt onvoorbereid ben op het voeren van een proces. Geruchten zijn vaak ongegrond en verdenkingen zijn niet zelden vals. Maar als Heinrich Eppendorf aan de verwachting van uwe zeer doorluchtige hoogheid zal voldoen, en ik heb er het volste vertrouwen in dat hij dit zal doen, zal hij mij om twee redenen voor zich innemen, zowel dat ik in plaats van een vijand een vriend zal hebben als dat hij de goedkeuring wegdraagt van de vorst aan wie ik hem herhaaldelijk in mijn brieven heb aanbevolen. Op die laatste, weliswaar zeer korte maar toch zeer vriendelijke, brief van uwe zeer doorluchtige hoogheidGa naar voetnoot7. heb ik al eerder geantwoordGa naar voetnoot8. via een jongeman die zich onderscheidt door zijn buitengewone kwaliteiten. Ik wens uwe zeer doorluchtige hoogheid blijvende voorspoed. Bazel in het jaar des Heren 1528 Uwe eminente hoogheid zeer toegewijde dienaar Erasmus van Rotterdam, ondertekend in mijn eigen hand Aan de illustere vorst Georg, hertog van Saksen, landgraaf van Thüringen en markies van Meissen |
|