1939 Aan Hieronymus Viromandus
Bazel, 3 februari 1528
Erasmus van Rotterdam groet Hieronymus Viromandus
Uw brief,Ga naar voetnoot1. zeer dierbare Viromandus, deed mij zeer veel plezier, omdat er niets in stond dat niet blij en feestelijk was. Alleen al om de reden dat u zich een leerling van Jérôme de Busleyden noemt nam u zich meteen voor mij in. Verder bevielen mij de elegantie, de helderheid en de verfijndheid van de brief als zodanig buitengewoon, maar veel meer nog de gevoelens van vriendschap waar hij, zo merkte ik, vol van was. Maar verreweg het aangenaamst was dat ik hieruit opmaak dat een zeer illustere jongeman, in wie de sympathie en vrijgevigheid van keizer Maximiliaan tegenover de wetenschap enigszins voortleven, is benoemd in het bisdom Brixen, in het bijzonder omdat zijn gevoelens voor mij zijn zoals u beweert. Was er hier in de buurt maar ergens zo'n patroon! Want ik denk er al lange tijd over hier weg te gaan, hoewel mijn gezondheid mij niet alleen adviseert, maar zelfs bijna dwingt te blijven. Tot nu toe stonden beide partijen hier in de stad zeer welwillend tegenover mij; nu merk ik dat ik in een kwade reuk sta bij enkele burgers die heel ver gaan in hun streven naar vernieuwing. Maar ten eerste schrikt de lengte van de reis me af, daarna de hoogte van de Alpen, waarvan ik verder niet weet wat voor wijnen er groeien. Want die zure wijnen vallen heel slecht bij mij vanwege mijn niersteen; ik drink Bourgondische, en wel de lichtrode. Ik heb uw hoogwaardige bisschop geschreven, maar tamelijk laat.Ga naar voetnoot2. Er zijn namelijk zo veel werkzaamheden, zo veel tragedies tussengekomen dat ik zelf er bijna aan onderdoor was gegaan. Ik wens u het allerbeste.
Bazel, de dag na Maria-Lichtmis, 1528