1926 Aan Hermann von Neuenahr
Bazel, 3 januari 1528
Gegroet. Zo vreselijk bang als ik was dat Spanje je zou verzwelgen, zo ontzettend blij ben ik dat je bij ons terug bent, niet alleen heelhuids, maar zelfs in blakende gezondheid. Dat is althans wat ik hoor, hoewel wat er vlak bij Calais gebeurd is, vooropgesteld dat het gebeurd is, bijzonder ergerlijk is.Ga naar voetnoot1.
Ik neem aan dat jouw boekje,Ga naar voetnoot2. dat ik zorgvuldig gelezen heb, samen met mijn briefGa naar voetnoot3. bij jou is aangekomen. Want je was weliswaar al op weg, maar jouw bediende zei dat hij je achterna zou komen. Ik twijfel niet of je hebt in Spanje bericht gekregen over de tragedie van de pseudomonniken.Ga naar voetnoot4. Ik hoor graag alles wat je daarover weet. Door middel van deze bode zul je namelijk zonder gevaar kunnen schrijven. Want ik heb hem speciaal eropuit gestuurd om naar Antwerpen te gaan en hier weer terug te komen.
Laat het geen onheilspellend voorteken zijn, maar wat zich hier begint af te spelenGa naar voetnoot5. doet vrezen voor een of andere storm. Ik zie ook niet waar ik naartoe zou kunnen. De koning en de aartsbisschopGa naar voetnoot6. nodigen me in uiterst vriendelijke brieven uit naar Engeland te komen. Maar ik zie daar geen geschikte woonplaats voor mij. Misschien kan ik je dit voorjaar bezoeken.
Als je toevallig niet in Keulen bent, zorg er dan voor dat deze bode daar een brief van jou aantreft, want hij zal niet lang in Brabant blijven. Koning Ferdinand heeft, naar verluidt, een edict uitgevaardigd;Ga naar voetnoot7. ik zal niet zeggen dat het onrechtvaardig is, maar het is zeker streng. Ze vermoeden dat Fabri de auteur ervan is. Ik hoop in ieder geval dat het goed uitpakt voor de edele