De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1925 Aan de nonnen van Denny
| |
Erasmus van Rotterdam groet de zusters die soldaten van Christus zijn volgens de regel van Sint-Franciscus, in de buurt van CambridgeTerecht spoort de Heer ons aan, geliefde zusters in Christus, om een schat in de hemel te verzamelen, waar geen mot hem aanvreet of dief hem steelt.Ga naar voetnoot1. Het geschenk dat u in uw vroomheid zond, kon verdonkeremaand worden, maar uw liefde en vrome gebeden, waarin u zich verwaardigt mij dagelijks bij uw Bruide- | |
[pagina 375]
| |
gom aan te bevelen, kon geen mens, hoe diefachtig ook, ontvreemden. Laten we ons dan ook inspannen om zo'n soort rijkdom te vergaren, dat je, als je die met een behoeftige deelt, niet armer, maar rijker wordt door het weggeven en waarvan degene aan wie het weggegeven wordt niet beroofd kan worden. In dankbaarheid en blijdschap het allerkleinste aannemen betekent niets anders dan vragen om een grotere weldaad. Naar ik begreep viel de brief die ik zomaar voor de vuist weg op aandringen van Thomas Grey, wie ik niets weigeren kan, eerder op papier wierp dan schreef, zeer bij u in de smaak. Daarom besloot ik tegelijk met een brief een bloempje te sturen, geplukt uit de altijd weer uitlopende tuinen van Jesaja, met de bedoeling dat het uw harten met de geur van heilige bezieling verkwikt en sterkt. Een aardse bloem die je bij je neus houdt maakt niet alleen blij, maar is ook heilzaam. Veel meer nog zullen dit soort bloemen, voortgebracht en gevoed door het waaien van de Heilige Geest, blijdschap en geestelijke kracht geven als je ze bij het gemoed houdt. Wie bekruipt immers niet af en toe een gevoel van treurnis en regelrechte walging als hij denkt aan al het kwaad waarvan alles tegenwoordig doortrokken is? Wie staat zo stevig in zijn schoenen dat hij bij zulke uiteenlopende opvattingen niet een zweem van verzoeking voelt? Vooruit dan, hier is uw bloempje uit Jesaja, dat in plaats van walging vrolijkheid geeft en het gemoed sterkt en schraagt met de kracht van het geloof: ‘In stilheid en vertrouwen’ zegt hij ‘ligt jullie kracht’.Ga naar voetnoot2. [...] Hoeveel jaar worden we nu al niet door allerlei rampen getroffen? De Egyptenaren werden door tien plagen getroffen en bij elke plaag was er een begin van bezinning. Wij worden al zoveel jaar door zoveel meer plagen verzwakt, maar we herkennen de hand van God niet. Niemand zoekt zijn heil in een aanpassing van zijn leefwijze, maar wij leggen allemaal de schuld bij de ander en iedereen houdt zichzelf voor de gek. We zinnen op wraak, alsof mensen tegen de goddelijke macht in kunnen gaan. Is er ook maar één kwaal die aan ons voorbijgaat, of één streek op aarde die immuun is voor besmetting ermee? Waar ter wereld woedt geen oorlog, en als ik oorlog zeg bedoel ik niet één enkele kwaal, maar een zee van alle mogelijke ellende. Waar woedt de pest niet, of schaarste en hongersnood, of plunderingen, of rooftochten? Ook is er geen gebied zonder overstromingen. Hoe bitter en onverzoenlijk is de wrok van de vorsten, wat een rampspoed bracht dat over de mensheid en hoeveel ergere dingen staan ons nog te wachten! Maar dat is allemaal niets vergeleken met de onenigheid binnen de kerk. Door hoeveel sekten worden we verscheurd! Ieder moment komen er nieuwe bij. Mensen die familie van elkaar zijn, huisgenoten zijn, het bed met elkaar delen, worden uit elkaar getrokken door meningsverschillen. [...] | |
[pagina 376]
| |
In die spelonkenGa naar voetnoot3. hield Franciscus, de grondlegger van uw leefwijze, zich verborgen, gering in de ogen van de wereld, groot in de ogen van God. Daar hield zich de heilige maagd Clara verborgen, leidster en beschermheilige van uw gemeenschap. Zonder te steunen op de hulp van deze wereld en menselijke strijdkrachten, maar sterk door stilheid en vertrouwen,Ga naar voetnoot4. vertrapte ze de wereld, versloeg ze Satan, overwon ze het vlees en verdiende ze na kortstondig lijden de kroon van het hemelse leven en regeert ze met haar Bruidegom. Alleen Hem had zij lief, met verachting van Satan met al zijn vertoon en verlokkingen. Blijf, zusters, onverdroten in haar voetsporen treden en streef altijd naar wat beter is; dan zult u, zoals u nu deelgenoot van de strijd bent, ook deelgenoot van de glorie zijn die zich weldra in u zal openbaren. Laat u zich niet afschrikken door uw jonge jaren, de broosheid van uw sekse, de zwakte van uw lichaam, de macht van Satan, uitgerust met duizend listen! De rots waar uw schuilplaats is, is sterker dan iedereen; wie tegen haar aanschopt zal verbrijzeld worden; wie zich aan haar vastklampt, zal veilig zijn. [...] Er is dus geen reden om bevreesd te zijn, kleine kudde!Ga naar voetnoot5. Houd goede moed, want Hij die het op zich nam u te beschermen, heeft de wereld overwonnen.Ga naar voetnoot6. Volgens mij is het niet nodig dat ik u, allervroomste moeder,Ga naar voetnoot7. die voor de gemeenschap van zusters zorg draagt, aanspoor of aan uw taak herinner. Ik zou u liever willen gelukwensen, als dat gezien de menselijke zwakte verantwoord was of gezien uw uitzonderlijke bescheidenheid op prijs werd gesteld. Ik vraag u alleen om, zoals u doet, door te gaan met mij te gedenken in uw gebeden tot de Heer. Wilt u verder in het bijzonder de zusters van Grey namens mij de groeten doen. Moge de Heer u allen behoeden en bewaren. Tegelijkertijd zult u in uw goedheid bidden voor de dief, dat hij van een havik of harpij een duif wordt en er eindelijk mee ophoudt zich als een Kretenzer te gedragenGa naar voetnoot8. en naar believen alles weg te kapen - want anders zal hij de hand van ChristusGa naar voetnoot9. over zich afroepen -, en dat zijn naam wordt veranderd. |
|