De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1915 Aan Jan (II) Łaski
| |
[pagina 359]
| |
Ik zou mopperen over Hieronims stoutmoedigheid, als het niet reeds te laat was.Ga naar voetnoot4. Mijn bezorgdheid werd nog verdubbeld door jouw wankele gezondheid. Ik zal pas opgelucht zijn als een brief van jou mij heuglijker nieuws brengt. Weliswaar zal ik erg blij zijn je te zien, maar ik ben ook heel bezorgd hoe het jou in Spanje zal vergaan.Ga naar voetnoot5. Het land slokt immers heel wat mensen op.Ga naar voetnoot6. Het mag niemand verbazen dat ik me ernstig ongerust maak over een zo kostbaar, zo dierbaar, zo zeldzaam bezit. Ik heb liever niet dat er al te schaamteloos met de koning over een gift wordt gesproken, want ik wil bij niemand de indruk wekken dat ik daarop uit was; ik begrijp immers dat sommigen zich daar erg druk over maken. Wat de tweehonderd florijnen betreft moet je handelen zoals het jou goeddunkt.Ga naar voetnoot7. Mij is nog niets overhandigd. Ik betreur het dat ook daar de belangstelling voor de studie afneemt, terwijl ze in Brabant en Spanje volop bloeit. Het einde van de oorlogen is niet in zicht, zo erg neemt de verbittering onder de vorsten toe. Ons bereikt het verschrikkelijke gerucht dat Rome opnieuw zou zijn ingenomen.Ga naar voetnoot8. Hopelijk is het niet waar. Hier heeft de pest opnieuw verschillende slachtoffers gemaakt, maar het was een minder zware epidemie dan afgelopen herfst. Johann Froben, die onvergelijkelijke vriend, is ons door een beroerte ontnomen.Ga naar voetnoot9. Eerst werd hij een hele tijd gemarteld door vreselijke pijn aan zijn rechtervoet, zo erg dat geen enkele dood wreder kon zijn. Toen de pijn door een meer arrogante dan geleerde artsGa naar voetnoot10. eerder was gesust dan verdreven, begon hij overmoedig te worden en als zijn vrienden zeiden dat hij thuis moest blijven en kou vermijden, lachte hij vriendelijk, maar luisterde hij niet naar hun raad. Zo gebeurde het dat hij, toen hij iets op een hoge plaats wilde pakken, door een beroerte | |
[pagina 360]
| |
werd getroffen en op de grond viel. De val zelf had al zijn dood kunnen betekenen. Na twee dagen opende hij, reeds stervende, met moeite een oog. Het overlijden van deze man heeft me bijzonder aangegrepen, vooral omdat men volop met een complete Augustinus bezig is, op een groot aantal persen. Ik zou graag voor Hosius doen wat ik kan, maar op dit moment had ik geen tijd om te schrijven. Ik denk dat de andere vrienden je zullen schrijven. Wat ik met de laatste beurs stuurde,Ga naar voetnoot11. is je kennelijk nog niet overhandigd. Zo ook wat ik via Severinus Olpeius schreef, die zei dat hij jouw kant uit ging. Ik heb de Ambrosius opgedragen aan je oom.Ga naar voetnoot12. Ik hoor graag van je of het niet een ongelukkig plan was,Ga naar voetnoot13. want ik hinkte een hele tijd op twee gedachten. Iemand die gevaarlijker is dan welke slang ook is in Spanje een tragedie begonnen; Béda zorgde voor de inleiding en wil nu graag de ontknoping toevoegen.Ga naar voetnoot14. In de bijgevoegde brieven en het boekjeGa naar voetnoot15. kun je er meer over lezen. Ik neem aan dat je, verstandig als je bent, niets hiervan voortijdig zult verspreiden. Ik had deze bode Georgius aangeraden om hier te blijven, maar hij wilde liever gauw naar jullie terug dan hier zijn tijd te verdoen. Het ga je goed. Bazel, 1527 |
|