1793 Van Bernhard von Cles
Praag, 20 maart 1527
Eerbiedwaardige, uitmuntende, oprecht geliefde vriend in Christus, etc. Ik heb je briefGa naar voetnoot1. ontvangen en het deed mij genoegen te horen dat mijnGa naar voetnoot2. brief met het kleine geldbedrag je heeft bereikt. Dat geld gaf ik niet als beloning, maar vanwege onze ware vriendschappelijke omgang. Het boek dat je aan mij hebt opgedragen, kreeg ik veilig van Johannes Fabri en het geldt voor mij als dierbaar. Het vergulde voorwerp, waarvan je schrijftGa naar voetnoot3. dat je het tegelijk met je brief hebt verstuurd, heb ik nog niet gezien, maar ik hoop dat het zal komen. Voor zover het in mijn vermogen ligt, ben ik altijd bereid aan je wensen tegemoet te komen. Het doet mij genoegen dat je van zijne majesteit de keizer een briefGa naar voetnoot4. met een dergelijke inhoud hebt gekregen, en ik weet zeker, dat de beloften van zijne heilige majesteit groter en waarachtiger zullen zijn dan wat hij heeft geschreven. Praag, 20 maart 1527
Bernhard, door de genade Gods bisschop van Trente
Aan de eerbiedwaardige, uitmuntende, oprecht geliefde vriend in Christus Erasmus van Rotterdam, verkondiger van de heilige theologie, in Bazel