De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1790 Aan John Longland
| |
Erasmus van Rotterdam groet de eerwaarde vader in Christus, monseigneur John,Ga naar voetnoot2. bisschop in EngelandIedereen houdt op zijn manier van jagen, eerwaarde bisschop, en ik denk dat ik het grote geluk heb gehad, dat ik onlangs een handschrift in handen kreeg met daarin veel werken van de heilige Athanasius. Want volgens mij is het voor het algemeen welzijn van de christenheid van het grootste belang dat wij niets missen van alles wat die welbespraakte verdediger van de kerk aan geschriften heeft nagelaten. De voortreffelijke man verdiende het sowieso om | |
[pagina 271]
| |
in overeenstemming met zijn naamGa naar voetnoot3. ook bij de stervelingen onsterfelijk te zijn en voor de wereld volledig intact te blijven. Tot nu toe hebben we maar een paar werken van hem, de kwaliteit van hun vertaling daargelaten. Want ik vraag mij verbaasd af wie het wel geweest mag zijn, die de commentaren op alle brieven van Paulus, die men beslist niet over het hoofd mag zien, aan Athanasius heeft toegeschreven; want de Griekse handschriften hebben de naam van Theophylactus, aartsbisschop van Bulgarije, en diens stijl verschilt zeer veel van de welsprekendheid van Athanasius. Als zelfs dit niemand overtuigt, zal ik een ander bewijs leveren. In het commentaar waarover ik zo-even sprak, worden vaak Johannes Chrysostomus en Basilius geciteerd, die beiden ongeveer veertig jaar later dan Athanasius leefden. Van Chrysostomus heeft hij zoveel overgenomen, dat hij dikwijls verscheidene regels van hem woordelijk citeert en daarbij de naam van de auteur achterwege laat. Maar het vaakst geeft hij diens bedoeling weer door enkele woorden wat te veranderen. Daarom blijkt die Theophylactus iemand van latere datum te zijn geweest en niet bekend aan Hieronymus, Gennadius en de auteurs waaruit de Historia tripartitaGa naar voetnoot4. is samengesteld. Hij heeft bij de Grieken hetzelfde werk gedaan als Beda, Remigius, ClaudianusGa naar voetnoot5. en soortgelijke personen bij degenen die Latijn spreken. Want zij vermeden de uitweidingen, waar Augustinus, als hij voor het volk wat uitlegt, heel uitvoerig gebruik van maakt, en als hun iets voor de verklaring van de betreffende passage niet zo van belang leek, lieten zij dit achterwege. Zodoende brachten zij wat anderen uitgebreid hadden behandeld, tot een kort overzicht terug. Ook Chrysostomus kent talrijke en uitvoerige uitweidingen waarin hij ethische kwesties behandelt, maar doorgaans tegen het einde van een preek. Uit verschillende werken van hem en van anderen stelde Theophylactus dus zijn commentaren op de vier evangeliën en alle brieven van Paulus samen. Verder noemt de heilige HieronymusGa naar voetnoot6. van de werken die Athanasius schreef, twee boeken Adversus gentes, waarvan wij er slechts een hebben; - voorts De psalmorum titulis waarvan we een gedeeltelijke vertaling hebben;Ga naar voetnoot7. | |
[pagina 272]
| |
- De persecutione Arianorum in veel boeken, waarvan ik er nu enkele in vertaling laat verschijnen; - De virginitate, waarvan nog niet duidelijk is of dit het werk is dat ik onder de titel Peri parthenias è peri askèseoos (‘Over maagdelijkheid of over ascese’) heb gevonden. Als het van zijn hand is, heeft hij zijn stijl sterk aangepast aan het eenvoudige meisje voor wie hij schreef; - Verder Contra Valentem et Ursatium, in één boek; - De vita Antonii monachi; - Heortastikai epistolai, dat wil zeggen brieven die betrekking hebben op het vieren van feesten. Daarvan hebben we niets, tenzij we wellicht enkele werken die ik heb vertaald, tot dit genre menen te moeten rekenen, namelijk De passione Domini, De pullo asinae en De blasphemia in Spiritum Sanctum. Nadat Hieronymus deze brieven met name heeft genoemd, voegt hij er aan toe dat er nog veel andere werken zijn, maar het zou volgens hem te ver voeren deze op te sommen. Van de werken die ik in handen heb gekregen, heb ik er nu enkele vertaald om jou te laten proeven, omdat je op dergelijke lekkernijen zo verzot bent. Ik zou je er meer aanbieden, als op dit moment niet de last van mijn inspanningen zo zwaar op mij drukte dat ik gedwongen was deze vertalingen grotendeels in de namiddag te dicteren (je hoort er ‘dictatuur’ in, een prachtig woord voor iets rampzaligs). Want ik ben me terdege ervan bewust, hoe groot het verschil is tussen hetgeen ik zelf met mijn pen schrijf en wat ik met mijn stem aan mijn secretaris dicteer. Maar tegen mijn gewoonte in word ik gedeeltelijk vanwege de gezondheid van mijn lichaam, die dagelijks achteruitgaat, tot deze ‘dictatuur’ gedwongen, en ten dele door de onophoudelijke stroom van mensen die mij om iets verzoeken. Als ik merk dat deze vertalingen bij je in de smaak vallen, zal ik tijd vrijmaken en je er meer sturen. Toch werd volgens het spreekwoordGa naar voetnoot8. ‘Waar honing is, is gal; waar vruchtbaarheid is, treedt bederf op’ mijn bijna uitzinnige vreugde door haar metgezel ergernis getemperd. Naast het werk dat de kopiïst door zijn schrijffouten mij bezorgde, ontdekte ik herhaaldelijk vervalste titels, die een tekst die nauwelijks het werk van een verstandig iemand kon lijken, aan Athanasius toeschreven - om over twijfelgevallen maar te zwijgen. Veel tijd en werk ging hierbij voor mij verloren, doordat ik naarmate ik met het vertalen vorderde, steeds dwazere teksten ontdekte en ten slotte gedwongen werd mijn onderneming te staken. Toch heb ik enkele fragmenten hiervan opgenomen. ‘Wat heeft dat voor zin?’ zul je zeggen. Ik heb dit gedaan om duidelijk te maken hoe gewetenloos ook Griekse kopiïsten in de werken van zulke belangrijke mensen hebben huisgehouden; zelfs een lettergreep daarin veranderen is heilig- | |
[pagina 273]
| |
schennis. Wat heeft dezelfde roekeloosheid in het Latijn niet aangedurfd door de commentaren van orthodoxe schrijvers te vervalsen, in te korten, uit te breiden of te onteren! Ik ga nu vertellen wat ik onlangs heb ontdekt. Er waren enkele geschriften van Clemens en verscheidene brieven van oude pausen verschenen.Ga naar voetnoot9. Ik verzocht mijn dienaar hieruit voor te lezen. Want met deze wijze van ontspanning laat ik gewoonlijk de tijd tussen het diner en het slapen voorbijgaan. Uiteindelijk belandden we bij een brief van paus Anterus. Daar ontdekte ik dat er verscheidene regels waren ingevoegd die een compilator bijna letterlijk gedeeltelijk aan de brief van Hieronymus aan HeliodorusGa naar voetnoot10. en gedeeltelijk aan diens brief aan NeopotianusGa naar voetnoot11. had ontleend. Ik twijfel er niet aan dat de meeste teksten van hetzelfde slag zijn, want dit ontdekte ik toen toevallig. De inhoud blijkt overgenomen te zijn uit wat in de Catalogus Romanorum Pontificum staat,Ga naar voetnoot12. namelijk dat Anterus bepaald heeft dat bisschoppen naar een andere kerk mochten overgaan, als het belang van de kudde dat eiste. Er zou geen einde aan deze klacht komen, als ik alles één voor één wilde onderzoeken. Ik hoop dat, ook al is het laat, de bisschoppen in het algemeen belang zich hieromGa naar voetnoot13. bekommeren. Maar terug naar Athanasius. In zijn geschriften zul je merken dat zijn tijd niet veel verschilt van de onze. Ik hoop dat hij die over de winden en de zee heerst en de onreine geesten in de lucht verdrijft,Ga naar voetnoot14. zo goed wil zijn een vreugdevol einde te maken aan de troebelen van dit moment. Athanasius verdiende het in een rustige tijd te leven; dan had hij ons de voortreffelijke vruchten van zijn geest en welsprekendheid kunnen geven. Want hij bezat werkelijk de gave die PaulusGa naar voetnoot15. bij een bisschop het belangrijkst vindt, namelijk de kunst van het doceren; hij is zo helder, spits, ingetogen, zorgvuldig, kortom op alle manieren geschikt om onderricht te geven. Hij heeft niet iets stugs wat bij Tertullianus aanstoot geeft, niets pronkerigs wat we bij Hiero- | |
[pagina 274]
| |
nymus zien, niets moeizaams zoals bij Hilarius, niets overbodigs zoals bij Augustinus en ook bij Chrysostomus; bij hem zijn niet de ritmen van Isocrates of de opbouw van Lysias te bespeuren zoals bij Gregorius van Nazianze het geval is, maar in zijn uitleg is hij volledig. Je moet ervan proeven en mij je oordeel berichten. Er is geen oordeel waar ik ontvankelijker voor ben. Moge de Heer je in goede gezondheid bewaren. Bazel, 3 maart anno 1527 |
|