De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1753 Aan Andrzej Krzycki
| |
[pagina 205]
| |
mand is hiervoor nuttiger dan degenen die met tegenzin van de hoogst aangename studie van de filosfie worden weggeroepen om voor het vaderland te zorgen. Tussen die golven van werkzaamheden zul je soms toch wel enige vrije tijd voor je Muzen kunnen reserveren. Op de lof die jij, vriendelijk als je bent, mij royaal toezwaait, kan ik niets anders antwoorden dan dat ik je des te meer voor jouw sympathie voor mij erkentelijk ben naarmate ik mij minder in die loftuitingen herken. Ik heb mij ingespannen om mijn Bataafse achtergrond door contact met de humaniora beschaafd te maken, en dit niet alleen; veel krachtiger heb ik mij ervoor ingezet dat de humaniora, die zoals je weet tot nog toe in Italië nagenoeg heidens waren, aan het spreken over Christus gewend zouden raken. Hoewel deze onderneming mij een heftige vijandschap bezorgde, zou ze voor mij toch voldoende succes hebben opgeleverd, als deze noodlottige storm,Ga naar voetnoot2. die de christelijke wereld nu heftig beroert, niet was opgestoken. Ik had mijn DiatribeGa naar voetnoot3. gepubliceerd, omdat ik besefte dat dit de enige manier was om mij te kunnen bevrijden van een zeer hardnekkige verdenking, die mijn vijanden in het hoofd van de vorsten hadden ingeprent. Maar ik heb alleen de kwestie uiteengezet. Luther antwoorddeGa naar voetnoot4. giftiger dan hij ooit bij iemand had gedaan. Na de verschijning van het boek zwoer deze vriendelijke man per brief dat hij mij buitengewoon welgezind was.Ga naar voetnoot5. Hij eiste bijna dat ik hem bedankte, omdat hij mij zo vriendelijk had behandeld; als hij met een vijand van doen had, zou hij heel anders schrijven. Toen ik met zo'n gladiator in gevecht was geraakt, vielen bepaalde theologen, hoofdzakelijk monniken, mij in dichte slagordes en met zoveel toewijding aan dat ze Luther begonnen te steunen, omdat hij tegen mij zo heftig was uitgevaren. Je moet weten dat dit volgens plan gebeurde, aangezien ze op hetzelfde moment met hun toneelspel in Spanje, Italië, Engeland, Brabant, Frankrijk, Hongarije en Polen begonnen. In Parijs zijn vier boekenGa naar voetnoot6. tegen mij verschenen, die beslist zware kritiek bevatten en die - om niets ergers te zeggen - de koning nauwelijks kan tegenhouden. Zij leggen de edicten van de keizer naast zich neer en trekken zich van de verordeningen van de koning en het parlement niets aan. Er is geen enkele reden om zich te schamen en zich aan de wet te houden; al wat hun belieft is heilig. Als het gezag van de vorsten hun onstuimigheid niet aan banden legt, zullen zij een zwaardere brand in de wereld stichten dan Luther ooit heeft gedaan. | |
[pagina 206]
| |
Vriendelijk is je uitnodiging om van deze golven in Duitsland naar jou als naar een rustige haven te komen. Ook al zou dat op grond van mijn gezondheid en van de wetten van de arena, waarin ik nu als nieuwe gladiator verkeer, mogelijk zijn, ik vrees toch dat ik bij jou niet alles zo rustig aantref als ik graag ook in jouw belang zou willen. Wel zeg ik eerlijk dat ik aan de uitmuntende koningGa naar voetnoot7. en koningin,Ga naar voetnoot8. wier steun aan mij ik ook uit brieven van andere vrienden heb vernomen, evenveel te danken heb als wanneer ik van alle diensten die zij aanbieden, gebruik had gemaakt. Intussen is het heel vervelend dat ook onze vriendschappelijke omgang per brief voor een deel wordt belemmerd door de afstand die ons scheidt en voor een deel door mijn werkzaamheden, die zelfs een MiloGa naar voetnoot9. zouden kunnen vermoeien. Daarom vraag ik je, voortreffelijke vriend, mijn gevoelens voor jou niet aan de hand van deze rommelige en afstandelijke brief te willen beoordelen. Wellicht zal ik een andere keer de gelegenheid krijgen deze te verduidelijken. Intussen wens ik mijzelf met zo'n vriend en beschermheer geluk; jouw brieven bewaar ik als een onderpand van je nooit aflatende sympathie tussen mijn kostbaarste spullen. Moge de Heer Jezus jou met je waardigheid in goede gezondheid laten leven en je steeds leiden naar wat groter en beter is. Bazel, daags na de geboortedag van de heilige Maria, 1526 |
|