1748 Aan Alonso de Fonseca
Bazel, 3 september, 1526
Hartelijk gegroet, zeer eerwaarde bisschop. Door brieven van mijn vriendenGa naar voetnoot1. ben ik te weten gekomen wat enkele onheilspellende figuren in jouw land tegen de schone letteren en mijn werken hebben ondernomen, en hoe jij, eerwaarde, je niet alleen voor mij, maar ook voor de humaniora uitstekend hebt ingezet. Deze bloeien overal ter wereld in grote voorspoed, maar nergens zo voorspoedig als in Spanje, eens de meest geprezen bakermat van de wetenschap, die met zijn geleerden ook Italië roem heeft verleend. Ik had nu geen tijd je uitvoeriger te schrijven en om te zorgen dat je beter weet wat er aan de hand is, heb ik een kopie van de briefGa naar voetnoot2. bijgesloten die ik aan de heer Mercurino Gattinara, kanselier van zijne majesteit de keizer, heb verzonden. Bij een andere gelegenheid zal ik je laten zien dat jij je dienst niet aan een ondankbaar en vergeetachtig iemand hebt bewezen. Moge Christus jou, hoogeerwaarde, in goede gezondheid laten leven.
Bazel, 3 september 1526
Je, eerwaarde heer, zeer toegewijde dienaar Erasmus van Rotterdam, eigenhandig geschreven