1726 Van Cuthbert Tunstall aan Pieter Gillis
Londen, 1 juli [1526?]
Hartelijk gegroet. Onlangs stuurde ik je een brief.Ga naar voetnoot1. Ik zou graag willen dat hij zo snel en zo veilig mogelijk aan Erasmus wordt bezorgd. Nu schrijf ik je opnieuw zonder ook maar enigszins aan je sympathie voor hem te twijfelen en een traag iemand aan te willen vuren, omdat ik weet dat dit niet nodig is. Maar ik wilde aan mijn bezorgdheid tegemoet komen, omdat het van belang is dat Erasmus de inhoud hiervan weet. Tevens staat hierin het bericht dat iemand van zijn vriendenGa naar voetnoot2. hem geld stuurt, maar, naar ik later vernam, kon hij geen manier ontdekken om zonder jouw medewerking hem het geld te bezorgen. Daarom wordt een wisselbrief, die het volk excambium noemt, hierbij ingesloten meegestuurd. Ik hoop dat jij vanwege je genegenheid voor hem ervoor zorgt dat het geld bij hem veilig wordt afgeleverd of, wanneer dat alleen maar mogelijk is als er opnieuw gewisseld wordt, het wisselen met zo min mogelijk verlies gebeurt. Een vriend van hem vertrouwde mij het sturen van het geld toe. Behalve jou heb ik niemand aan wie ik deze taak kan overdragen; met je sympathie voor Erasmus doe jij voor niemand van zijn vrienden onder. Nadat mij jouw toewijding aan hem te binnen was geschoten, beschouwde ik je als de enige die de zaak voor mij wilde en kon afhandelen. Ik vraag je nadrukkelijk dit zo snel mogelijk te doen.
Het ga je goed, Londen, 1 juli
Met de snelle hand van je broeder en vriend Cuthbert, dienaar van de kerk in Londen
Aan de achtenswaardige heer Pieter Gillis, burger en secretaris van Antwerpen, te Antwerpen