De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1702 Aan Polidoro Virgilio
| |
[pagina 112]
| |
Bazel is voor mij een toevluchtsoord? Dat is wat de monniken beweren. Maar laat iemand van hen hierheen komen die hetzelfde tegen Luther durfde te doen als wat ik doe. Veilig binnen de omwalling slingeren zij van verre beledigingen naar hun vijand, maar ik raak uitgerekend in het kamp van de vijanden met hen slaags. Hoffelijk als je bent, stapel je steeds de ene vriendendienst op de andere en maak je mij, die om veel redenen al met verplichtingen belast is, nog meer aan je verplicht. Je hebt geld gegeven om een paard te kopen en ik zou willen dat je me geld kon geven om de ruiter te genezen. Vaak maak je me blij door te beloven dat je komt; ach, kon jij die belofte maar een keer in je eigen voordeel doen. Het is voldoende te weten dat die oplichterGa naar voetnoot2. geen bedrog kan plegen, maar jij intussen gebruik van hem kunt maken. Het ga je goed. Bazel, 30 april 1526 Over de vredeGa naar voetnoot3. doen hier talrijke geruchten de ronde. Maar ik zie niemand een ander gelukwensen, zodat het gerucht vals of de vrede niet erg om te juichen is. |
|