De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1696 Aan Pieter Gillis
| |
[pagina 101]
| |
plaar dat je hebt betaald, laat je geheugen je duidelijk in de steek. Toen ik vlak voor mijn vertrek naar Bazel bij je dineerde, bracht PseudocheusGa naar voetnoot4. een kistje boordevol zoetigheden en één exemplaar van Tertullianus zonder over de andere exemplaren iets te zeggen. Toen bleek dat jullie beiden dit graag wilden hebben - want ook Nicolaas van Broeckhoven was aanwezig -, betreurde ik het dat er maar één exemplaar was bezorgd, zodat het niet mogelijk was jullie beiden een plezier te doen. Toch heb ik het jou gegeven, tenzij jullie liever wilden dat het gemeenschappelijk bezit was. Je antwoorden op de andere klachten zijn bijna altijd van dezelfde soort. Daarom vraag ik je, beste Pieter, dergelijke onzin achterwege te laten en aan een diepe vergetelheid over te geven. Laten we kwesties behandelen die onze wederzijdse sympathie voeden en vergroten. Voor zover ik kan, zal ik er voor waken niet iets te doen waardoor jij terecht boos op me kunt zijn. Jij moet van jouw kant die onnozele verdenkingen ver van je geest werpen. Ik verzet er mij niet tegen dat je met PolidoroGa naar voetnoot5. bevriend bent, want tot nu toe laat hij zien dat hij mij allesbehalve vijandig gezind is. Blijf slechts sober en vergeet niet te wantrouwen.Ga naar voetnoot6. Wat ons lot ook zal zijn, breng de tijd met je vrienden aangenaam door. Hun wens ik tegelijk met jou blijvende voorspoed. Bazel, 21 april 1526 |
|