De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1682 Van Erasmus Schets
| |
[pagina 68]
| |
Ze hebben er bezwaar tegen om jou je jaargeld te betalen, maar zijn niet bang overal elders geld rond te strooien voor zaken waarvan de besteding wellicht minder profijt oplevert. Als je zelf niet komt, zie ik het gebeuren dat jij van de lijst wordt afgevoerd. Vanuit Spanje geeft de keizer opdracht hier veel af te handelen, waar men nooit of pas laat gevolg aan geeft. Over Pieter Gillis zul je van Harst mondeling vernemen wat mijn vermoedens zijn. Hij beweert dat hij zijn broer Frans opgedragen heeft in Frankfurt aan Froben zeshonderd gulden te geven. Ik ben bang dat het niet zal gebeuren, en dat zul je ook wel van Froben te horen krijgen. Als Pieter het niet heeft gedaan, kun je hem in een serieuze brief schrijven, dat je hebt geregeld dat elk bedrag dat ik namens jou in ontvangst neem via mij aan jou wordt uitbetaald, zodat hij ervoor moet zorgen dat hij het aan mij geeft. Daarna zal ik hem op deze manier aanmanen. Het ga je goed, Erasmus; en reageer, vraag ik je, op de andere brief. Ik zal het toejuichen, als je mij de hoop geeft dat je een werk aan de koning van Portugal opdraagt. Hij is niet bang om barbaarse volkeren met zijn wapens tot aan Indië te achtervolgen en te verslaan en durft het christelijk geloof voor hun ogen openlijk te verbreiden, zodat het zeker is dat vele duizenden barbaren en afgodvereerders in Indië het geloof in Christus hebben omarmd. Ik herhaal dit in de hoop dat wat ik in mijn andere brief heb geschreven, beter in je geest blijft zitten. Opnieuw vaarwel, uit Antwerpen, 18 maart 1526 Je Erasmus Schets, die je in alles ten dienste staat Aan de zeergeleerde kenner van de Heilige Schrift Erasmus van Rotterdam. In Bazel |
|