De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1681 Van Erasmus Schets
| |
[pagina 66]
| |
eerstkomende markt Froben namens jou 72 gouden florijnen moeten betalen. Want dat is de wettelijke tegenwaarde van dat geld. Harst berichtte mij dat hij Pieter Gillis had aangesproken over de verantwoording van jouw geld dat hij in bewaring heeft. Deze zei dat hij geregeld had dat via zijn broer Frans op de komende Frankfurter jaarmarkt Froben namens jou zeshonderd goudguldens uitbetaald zou krijgen. Pieter noemde mij ook hetzelfde bedrag en zei tegelijk dat hij het resterende bedrag niet kon uitbetalen, omdat het vóór de Frankfurter markt te kort tijd was. Want er was niemand, die er op zo'n korte termijn voordeel aan had hier het geld te ontvangen en daar ter plekke te overhandigen. Ik antwoordde Pieter dat hij al het geld dat hij jou wilde betalen, mij zo snel mogelijk diende te bezorgen. Ik zal ervoor zorgen dat het geld jou in Bazel of elders waar het je goed uitkomt, wordt overhandigd. Hij verzekerde dat hij dat zou doen. Als hij dat doet, zal ik ook doen wat ik heb gezegd. Karl Harst is naar Mechelen gegaan, want daar zit de Raad; hij zei niet waarom, maar beloofde dat hij voor zijn vertrek hier zou terugkomen. Zonder dat ik ervan wist is de zaak van het linnenGa naar voetnoot2. door Pieter Gillis afgehandeld. Als dat niet zo was, had ik graag bij het bieden voor de aankoop willen helpen. Ik was enigszins geschokt toen ik hoorde dat je jaargelden groot gevaar lopen. Ach, waren de wetenschappen en de letteren voor de vorsten van deze wereld maar even belangrijk als hun zotte streken en andere dwaze vermakelijkheden. Dan zouden jouw jaargelden beslist overal veilig zijn. Een gedachte is nu bij me opgekomen, waaraan je niet voorbij dient te gaan. Veel van je werken heb je aan de vorsten en leiders van deze wereld opgedragen. Het verbaast mij dat je tot nog toe niets voor de koning van PortugalGa naar voetnoot3. hebt bestemd, zo'n christelijke vorst onder de christenen, zo edelmoedig, zo welwillend, een weldoener voor wie hem een dienst bewijzen en vooral voor degenen die door hun preken en geschriften de vrucht van het evangelie kunnen verspreiden (dat volk heeft een diep verankerde eerbied voor godsdienst). De koning die nog jong is, heeft die eigenschappen als zoon van zijn voortreffelijke vader Manuel. Met zijne hoogheid had ik destijds talrijke vertrouwelijke gesprekken. Ik weet dat hij jaarlijks uit liefde voor de wetenschappen, vooral de theologie, veel geld beschikbaar stelde. Koning Johan heeft immers een hof dat rijk is aan voortreffelijke geleerden, een raad met deskundigen en een jongere broer Ferdinand die uitsluitend aan de wetenschappen en de literatuur genoegen beleeft. Ik weet dat jij voor de koning en zijn volk niets zonder succes zult doen. In jouw eigen belang dring ik er bij | |
[pagina 67]
| |
je op aan. Ik ken aan het hof uit de persoonlijke en naaste omgeving van de koning uitermate betrouwbare en gerenommeerde vrienden. Als daar iets namens jou afgehandeld dient te worden, ben ik altijd zowel hier als daar voor je beschikbaar. Die koning heeft overigens bij de curie in Rome als ambassadeur een man die tot zijn familie behoort, een zeer aanzienlijk en geleerd persoon. Hij heet Dom Martinho van Portugal en wacht op twee bisschopsambten die het eerst in dat land vacant komen. Al een tijd geleden heeft hij Dom Rui Fernandes, in het gebied waar ik woon plaatsvervanger en zaakwaarnemer van dezelfde koning, geschreven met het verzoek hem te berichten wat je woonplaats is. Want bij zijn vertrek uit het vaderland verklaarde hij dat hij jou eerder verlangde te zien dan de heilige basiliek van de apostelen.Ga naar voetnoot4. Hij is immers een geleerde en een liefhebber van de humaniora; hij prijst jou en je geschriften zo, dat hij niet toelaat dat iemand boven jou de voorkeur krijgt. Hij denkt dat hij ongelukkig is als hij voor de terugkeer naar zijn vaderland jou niet kan bezoeken, en zal zich als de gelukkigste van alle Portugezen beschouwen, als hij bij zijn terugkeer kan zeggen dat hij je gezien en met je gesproken heeft. Neem alsjeblieft tijd om hem iets te schrijven, prijs hem en zeg dat jij zijn reputatie via Rui en mij hebt vernomen. Want je zult bevriend raken met een zeer aanzienlijk en geleerd iemand, van wie je profijt kunt hebben en die in het koninkrijk Portugal veel voor je kan betekenen. Stuur, vraag ik je, een brief die van hieruit doorgezonden kan worden. Ik zal er bij Rui Fernandes op aandringen dat hij in zijn brief aan Dom Martinho jouw reputatie van vleugels voorziet.Ga naar voetnoot5. Het ga je goed, mijn beste Erasmus, moge je lang in geluk en voorspoed leven. Antwerpen, 17 maart 1526 Je zeer toegenegen Erasmus Schets Aan de onvergelijkbare zeergeleerde heer Erasmus van Rotterdam, te Bazel |
|