1676 Aan Erasmus Schets
Bazel, 11 maart 1526
Hartelijk gegroet. Het is niet nodig alles puntsgewijs te beantwoorden, omdat ik denk dat Karl bij je is geweest. LompartGa naar voetnoot1. heeft mij, na de kwitantie van zijn zoonGa naar voetnoot2. te hebben ontvangen, direct 138½ kronen betaald, hoewel zo'n snelheid niet nodig was. Als er daarna nog wat geld in jouw handen gekomen is, moet je het bewaren en opsturen wanneer het je uitkomt. Ik heb een kwitantie gestuurd om Alvaro de Castro van zijn verplichtingen te ontheffen. Een tweede kwitantie lijkt mij niet nodig. Dank ook de zoon van Martin Lompart voor zijn diensten en beloof hem mijn wederdienst, als ik hem in enig opzicht ter wille kan zijn. Ik hoop dat je geen bezwaar hebt deze twee brievenGa naar voetnoot3. aan Alvaro te sturen. Misschien zullen ze bij hem wel in de smaak vallen, want ik heb daarin vriendelijk over hem gesproken.
Mijn beste Schets, als er iets is waarmee ik je vanwege je bezigheden en weldaden voor mij mijn erkentelijkheid kan tonen, zul je merken dat je met een man van doen hebt die je dankbaar is en je niet vergeet. Ik wens jou, je lieve echtgenote en kinderen het beste toe.
Bazel, 11 maart in het jaar 1526
In een brief aan de aartsbisschop van CanterburyGa naar voetnoot4. heb ik geschreven dat het geld mij volgens afspraak is uitbetaald. Dit was voor Alvaro voldoende, zelfs zonder kwitantie.