De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1665 Van Juan Luis Vives
| |
[pagina 30]
| |
wat je in je briefGa naar voetnoot4. schrijft, oprecht meent en mij niet naar de mond praat. Ik zoek geen andere roem dan om bij jou en je gelijken, zo die er al zijn, in de gunst te komen. Welke roem kan groter zijn en wat geeft meer aanzien? ‘Plato alleen is voor mij even veel waard als de hele bevolking van Athene’, zei de bekende dichterGa naar voetnoot5. en de musicusGa naar voetnoot6. zei: ‘Zing voor mij en voor de Muzen.’ Op wiens oordeel kunnen in deze tijd die woorden beter van toepassing zijn dan dat van jou? Daarom was het advies in je laatste brief ‘Laten wij onze vriendschap met de gunst van de Muzen en de Gratiën voor altijd in stand houden’ overbodig. Ik ben niet zo nonchalant, dat ik een vriendschap laat verdwijnen die mij zoveel luister en eer bezorgt. Ik zal haar, zoals men zegt,Ga naar voetnoot7. met beide handen in stand houden. Want over jou heb ik geen enkele twijfel. Over drie dagen zal ik mij met Christus' hulp naar Engeland begeven; daarvandaan zal ik je uitvoeriger schrijven, want nu is er niets wat de moeite van het schrijven waard is. Ik denk dat het nieuws over de vredeGa naar voetnoot8. je al heeft bereikt, dat wil zeggen over een rustperiode en de mogelijkheid wandaden te plegen, voor zover zij althans door de dwang van de oorlog uitgesloten of onderbroken waren. Ik hoop dat de vrede van Christus over onze harten en zijn kerk komt, - een vrede die de wereld niet kan bieden.Ga naar voetnoot9. Alles is door partijtwisten als het ware verscheurd, maar het keerpunt moet de goedkeuring van Christus hebben en alleen op zijn applaus moeten we wachten. Het is zelfs niet zonder gevaar dat te schrijven, en wat opmerkelijker is, het gevaar komt van twee kanten. Mijn vriend Fevijn groet je heel beleefd. Het ga je goed, voortreffelijke leermeester. 14 februari 1526, Brugge |
|