De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus van Rotterdam groet de theoloog John Claymond, president van het College of the BeesGa naar voetnoot1. te OxfordBloemen passen bij bijen. Daarom stuur ik u zes bloempjes, die ik uit de rijk bloeiende en heilzame tuinen van de heilige Chrysostomus heb geplukt. Ik hoop dat uw toegewijde en nijvere zwerm voor de heilige productie van honing daarmee sap vergaart, dat even heilzaam voor de geest als zoet voor het | |
[pagina 21]
| |
gehemelte is. Ik geef toe dat, als het om de zuiverheid van het Grieks gaat, het beste materiaal uit de weiden van Demosthenes, Aristophanes en Lucianus wordt verzameld. Want de kinderen van die wereld overtreffen in hun generatie op een of andere manier altijd de kinderen van het licht.Ga naar voetnoot2. Toch kan ik de houding niet afkeuren van hen die uit liefde voor hun godsdienst liever uit de geschriften van heiligen een minder ontwikkeld taalgevoel krijgen dat verrijkt is met de winst van heiligheid, dan uit de werken van heidenen een bijzonder verfijnd taalgebruik ontwikkelen dat voor een goede handelwijze gevaar oplevert. Want honing uit taxus is giftig, er bestaat nauwelijks iets zoeters, maar het heeft wel snelwerkend vergif.Ga naar voetnoot3. Wie deze mening is toegedaan, moet niets anders dan Chrysostomus intensief lezen. Zijn taal is heel helder en rijk voorzien van een opvallend leesgemak en een bloemrijke stijl. Om niet de indruk te wekken dat ik u slechts uit gemakzucht het werk van een ander aanbied, dient u te weten dat ik met een heel oud handschrift te maken had, dat bovendien nergens van fouten was ontdaan. Wanneer ik merk dat dit kleine geschenk u aanstaat, zal ik u er meer laten bezorgen om uw bijenkorf van dienst te zijn. U dient hem, mijn beste Claymond, met des te meer kracht te beschermen naarmate er meer lieden opduiken die de honingproductie dwarsbomen. De bijtjes in de natuur hebben angels om de darren te doden, maar christelijke bijen hebben geen angel, of als zij er een hebben, willen zij liever zich nuttig maken dan doden. Weliswaar doen darren een deel van het werk samen met bijen, maar die lieden die eerder horzels zijn dan darren, doen niets anders dan de honingmakers hinderen. Het ga u goed. Bazel, 30 januari 1526 |
|