De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1660 Van Jan Antonin
| |
[pagina 18]
| |
een briefGa naar voetnoot5. naar uwe excellentie verzonden moet worden. Ik durfde de brief niet van het geschenk te scheiden, en deze koerier wilde geen geschenken transporteren. De eerstvolgende mogelijkheid was dit geschenk te bewaren totdat onze kooplieden naar Frankfurt vertrokken. Ik heb in Hongarije bij de koningin, de koning en andere hoogwaardigheidsbekleders niemand gezien die innemender is dan deze man. Niemand heb ik gezien, die in preken, privé en in het openbaar bij elke gelegenheid oprechter de grote Erasmus bewonderde. Er is geen enkel boek van Erasmus dat in zijn bibliotheek niet de eerste plaats inneemt. Voor hem is het geen bezwaar boeken te kopen als ze voor de tiende keer worden uitgegeven. Al wat hij preekt en het volk inprent, ademt volledig de geest van de Paraphrases van Erasmus. Naar ik hoor, telt Hongarije talloze intriganten, die hun best hebben gedaan het vergifGa naar voetnoot6. dat ze in Rome hebben opgezogen, bij iedere eervolle vermelding van Erasmus over de Hongaren uit te spuwen. Johann Henckel heeft als enige zo'n druk op hen uitgeoefend, dat niemand verder ook maar een kik durft te geven. Uwe excellentie zou uw werk over het prekenGa naar voetnoot7. aan geen sterveling beter kunnen opdragen, omdat hij uw goede naam bijzonder steunt of omdat hij niet één enkele brief van Erasmus aan hem voor een rijke en permanente prebende zou willen ruilen - dat waren zijn woorden in een groot gezelschap van zeer aanzienlijke personen. Als hij één enkele brief van Erasmus aan hem zo belangrijk vindt, hoeveel waarde zou hij dan niet aan één brief hechten, maar aan een omvangrijk werk? Ik zou durven garanderen dat hij voor geen bisschop of abt zal onderdoen, als hij - waar ik van droom - het een keer zou worden. Deze man kent geen maat in edelmoedigheid, zelfs alle tweederangs geleerden is hij tot ieders verbazing welgezind. Hij is niet alleen prediker voor de koningin, maar ook kapelaan in Košice en aartsdiaken in Torna. Hij had al eerder bisschop kunnen zijn, als hij had gewild; heel weinig ambitieus is hij en zijn geleerdheid roept bij velen afgunst op. Maar hierover een andere keer. De eminente paltsgraaf van Krakau, meester Krzysztof,Ga naar voetnoot8. heeft mij persoonlijk en per brief gevraagd hem bij uwe excellentie te willen aanbevelen. Hij zal u bij de eerstkomende jaarmarkt in Frankfurt zeer kostbare gouden geschenkenGa naar voetnoot9. toesturen, die door mijn schoon- | |
[pagina 19]
| |
vaderGa naar voetnoot10. eigenhandig zijn vervaardigd. Hetzelfde verzoek deed de zeer eerwaarde bisschop Andrzej Krzycki, wiens geleerdheid uwe excellentie uit een klein werk van hemGa naar voetnoot11. kan afleiden. Hoewel hij op enkele Poolse zaken kritiek heeft, laat hij de kritiek niet voor wat het is, maar reikt zoals artsen doen middelen aan om rampen af te wenden, als deze zich dreigen te verspreiden. Ik voeg dit eraan toe om te voorkomen dat u uit dit werkje enkele onaangename feiten afleidt, die u een eenvoudig excuus bieden niet naar ons te komen. Kon de brief van mijn vriend Krzycki uwe hoogheid maar hiertoe overhalen. Wat voor een triomf zou dat voor Antonin zijn! Maar ook als u niet komt, zegt het toch wat om van de meest christelijke koning een uitnodiging met zoveel mooie beloften te ontvangen. Justus Decius, secretaris van zijne koninklijke majesteit, heeft onlangs (wat kan het bestaan van mensen ongelukkig zijn!) toen hij op zijn galopperend paard zat, een bot van zijn arm gebroken (men noemt het ‘hulpbot’Ga naar voetnoot12.). Om uwe excellentie iets eigenhandig te kunnen schrijven, schreef hij met zijn andere hand deze paar woorden,Ga naar voetnoot13. terwijl zijn dierbare vrouw het papier vasthield. Ook hij wil bij uwe excellentie aanbevolen zijn. Omdat hij op uwe excellentie buitengewoon is gesteld, verdient hij dit bij u. Die edele heren hebben, geachte vader, volop gelegenheid hun aanbevelingen te realiseren. Maar omdat ik te weinig tijd heb, kan ik niet, zoals ik zou willen, wat ik hun beloofd heb nakomen met een betere samenvatting van hun persoonlijkheden. Stelt u zich intussen voor dat voortreffelijke aanbevelingen van al deze mensen overal vandaan aan u zijn gericht. Dergelijke aanbevelingen zijn zij ten volle waard. De illustere paltsgraaf zal u vanwege uw onsterfelijke LinguaGa naar voetnoot14. voor altijd welgezind zijn. De zeer eerwaarde bisschop Krzycki heeft door uw brief en het wiskundeboekGa naar voetnoot15. dat u hem hebt gestuurd, sympathie voor u gekregen. Hij zal uwe excellentie graag steunen als u dat wenst, waar, wanneer en hoe vaak u dat wilt. Samen met mij vraagt Justus orders hiervoor van de grote Erasmus. Wij zijn ten volle ervan overtuigd dat uwe excellentie zeer op ons gesteld is, als u zich vaak met een verzoek tot ons wendt. U neemt voor ons de plaats van een godheid in. Wij hebben ontzag voor u, wij adoreren en ver- | |
[pagina 20]
| |
heerlijken u; onze gevoelens voor u zijn zo, dat zij nooit zullen onderdoen voor die van een van uw vrienden. Luther heeft in Krakau een heel slechte reputatie. Ik wens uwe excellentie het beste. Moge de almachtige Jezus u in goede gezondheid beschermen. Krakau, terwijl het met mijn ontstoken ogen slecht gesteld is, op het feest van de heilige Agnes, 1526 Uwe excellentie zeer toegenegen zoon, Antonin, arts Ik verzoek u de paltsgraaf, Krzycki en Justus te laten weten dat ik aan hun wensen heb voldaan. Zo wordt voorkomen dat ze later iets tegen mij zeggen dat ik niet zou willen horen. Ook ik heb een geschenkGa naar voetnoot16. voor uwe excellentie aangeschaft, hoewel ik vrees dat het niet zo kostbaar is als u met al uw vriendelijkheid verdient, want u hebt mij daarmee opnieuw voor het nageslacht willen aanbevelen. Ik zal het uwe excellentie met andere spullen in de Vasten toesturen. U krijgt de groeten van mijn lieve echtgenote. Nadrukkelijk groet ik mijn eminente vrienden Ludwig Baer, Bonifacius Amerbach, de Frobens, de echtgenote van Froben,Ga naar voetnoot17. Glareanus, Sichard en Lieven.Ga naar voetnoot18. Aan het beroemdste sieraad van deze tijd, Erasmus van Rotterdam, onvergelijkbare beschermer van alle geesteswetenschappen, mijn geachte meester en patroon |
|