De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 11. Brieven 1535-1657
(2013)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1656 Aan Robert Aldridge
| |
[pagina 303]
| |
zich bij het drukken uiterst onbetrouwbaar betoond. Om niet betrapt te worden, heeft hij het grootste deel van het origineel verdonkeremaand. Deze schande moet ik ongedaan maken. Daarom verzoek ik je, mijn dierbare Aldridge, de band met de werken van Seneca in de uitgave van Froben ter hand te nemen en die aan enkele betrouwbare mensen te geven om opnieuw de afwijkende lezingen in de marge te noteren. Wil je dat aldus geannoteerde exemplaar naar Thomas More sturen, zodat het via hem bij mij terechtkomt? Wat de Quaestiones naturales betreft, dat werk is uitgegeven.Ga naar voetnoot3. Ik zal het collationeren van dat werk afmaken. Seneca verdient deze inspanning. Ook jij bent veel verschuldigd aan de wetenschappelijke wereld; mij ben je niets verschuldigd, behalve wat voortvloeit uit wederzijdse genegenheid. Alles wat je voor deze aangelegenheid uitgeeft, betaal ik je tot op de cent terug en bovendien zal ik ervoor zorgen dat je zult zien dat het zaaigoed van jouw diensten niet op onvruchtbare grond is terechtgekomen. Ik zou het heel prettig vinden als dit zo spoedig mogelijk gebeurt. Doe namens mij de groeten aan de oude vrienden, Fawne, Humphrey,Ga naar voetnoot4. Vaughan, en aan de boekhandelaren Garret,Ga naar voetnoot5. NicolaasGa naar voetnoot6. en John Siberch.Ga naar voetnoot7. Jou wens ik vrede en voorspoed. Gegeven te Bazel op Kerstmis in het jaar 1525 Er zijn daarginds zeer oude handschriften, met name in Peterhouse. Doe wat je kunt om mij en Froben te helpen. Je zult in ons geen mensen treffen die ondankbaar zijn voor je diensten. |
|