De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 11. Brieven 1535-1657
(2013)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1655 Aan Frans van Cranevelt
| |
[pagina 302]
| |
protestbriefGa naar voetnoot3. is gericht, stopte er zijn eigen etter nog bij. Enkele jaren geleden wilde hij dat al uitbraken, maar is daarin door zijn vicarisGa naar voetnoot4. tegengehouden. De dominicaanse windbuilGa naar voetnoot5. die mijn Colloquia heeft vervalst, heeft onlangs in Lyon zijn weldoener, een protonotaris,Ga naar voetnoot6. beroofd door hem driehonderd kronen afhandig te maken. Toen hij de wijk nam, heeft men de achtervolging ingezet en hem te pakken gekregen toen hij met een stel hoeren aan het pimpelen was. Zijn monnikskap kwam hem daar goed van pas, anders had hij aan een koord gebungeld. Maar dit kun je beter horen van mijn trouwe Karl Harst, die weer naar mij terugkeert, en van Frans van der Dilft. Een oprechter of vriendelijker mens dan deze jongeman heb ik nog nooit ontmoet. Hij bewondert jouw geleerdheid hogelijk en wil graag met jou kennismaken, waartoe hij zich laat aanbevelen. Het ga je goed, voortreffelijke man. In haast geschreven te Bazel op de dag voor Kerstmis, in het jaar 1525. Je Erasmus van Rotterdam, eigenhandig geschreven Aan de hoogedelgestrenge heer Frans van Cranevelt, raadsheer van de Grote Raad van Mechelen. Te Mechelen |
|