1629 Aan Andrzej Krzycki
Bazel, 5 oktober 1525
Erasmus van Rotterdam aan Andrzej Krzycki, bisschop van Przemyšl
Allerhartelijkst gegroet, hoogwaardige bisschop. Toen de doorluchtige edelman Stanisław Łaski hierlangs kwam, liet hij mij een geschriftGa naar voetnoot1. van uw hand zien dat in een gevecht te voet en te paard de strijd aanbindt met het leger van de aanhangers van Luther. Daarnaast heeft zijn eigen broer,Ga naar voetnoot2. en dat ‘eigen’ is hij echt, omdat hij sprekend op hem lijkt, mij onlangs een briefGa naar voetnoot3. van u laten zien, die een overzicht van de gebeurtenissen geeft en waarin ook een aantal dichtregels is opgenomen. Daaruit maakte ik op dat u zich in uw hoge positie niet zonder succes heeft begeven in de weidevelden van de Muzen, de strijdperken van de retoren en de heiligdommen van de theologen, en dat u, begiftigd met een zo open geest, zich niet te goed heeft gevoeld om ook mijn studies, die toch echt het werk van een Hollander zijn, ter hand te nemen.
Omdat een toonbeeld als dit heden ten dage onder bisschoppen zeldzaam is, heb ik u bij wijze van geschenk het boekGa naar voetnoot4. gestuurd van de eerwaarde vader Cuthbert Tunstall, bisschop van Londen in Engeland, die onlangs als gezant op weg is gegaan naar keizer Karel. Hij is een man van volstrekt onbesproken levenswandel, die door en door is ingevoerd in de Griekse en Latijnse literatuur en die thuis is in iedere respectabele tak van wetenschap. Ik wist namelijk dat u blij zou zijn te constateren dat dit voorbeeldige type bisschop zich dagelijks onder meer mensen verspreidt. Tegelijk had ik het volgende voor ogen. Net zoals ik in hem de best denkbare beschermheer heb gevonden, wilde ik bij de eerste de beste gelegenheid die zich zou voordoen proberen ook een plaats te verwerven in de kring van uw beschermelingen. Ik zal mij namelijk door u beiden nog meer gewaardeerd weten als weder-