1619 Aan Guillaume Budé
Bazel, 2 oktober 1525.
Erasmus van Rotterdam aan Guillaume Budé, gegroet
Zeer gewaardeerde Budé, je bent werkelijk een wreed mens. In plaats van iemand die er ellendig aan toe is met troost op te beuren, geef je hem in zijn ellende nog een trap na.Ga naar voetnoot1. Je verwijt mij getalm, het zoeken van uitvluchten en pogingen tot uitstel. Een mens kan zijn ongeluk beter verdragen als het niet zijn eigen schuld is maar het gevolg van de onbillijkheid van het lot. Ik feliciteer je in elk geval met het feit dat je in de uiterst gelukkige omstandigheid verkeert tijd voor jezelf te hebben. Ik bid dat jou die ooit volledig ten deel mag vallen, om dan volmaakt gelukkig te kunnen zijn.
De bezorger van deze brief is Pierre Toussain, een jongeman van edele komaf, met een aangenaam karakter en een zeer goed verstand, van wie ik de hoogste verwachtingen heb. Hij is zeer geïnteresseerd in de Griekse literatuur. In Bazel is Glareanus de enige die er onderwijs in geeft, maar gebrek aan inkomen verhindert dat hij kan voldoen aan zijn eigen ideaal en aan de verwachtingen van toehoorders van dit kaliber. Ik weet zeker dat de aanleg van de jongeman je zeer deugd zal doen en dat je, voor zover ik je vriendelijkheid ken, ongevraagd zult doen wat van een dergelijke grootmeester in de letteren verwacht mag worden. Het ga je goed. De rest zul je vernemen van onze Toussain.
Gegeven te Bazel, 2 oktober in het jaar 1525