De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 11. Brieven 1535-1657
(2013)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 222]
| |
Keulen was. Dat ebde weg. Een ander stak de kop op, naar men zegt ontstaan door een brief van jou, dat je tegen 1 oktober hier zou zijn. Wat je besluit ook mag zijn, ik wens dat het gunstig voor je uitpakt. Op je laatste schrijvenGa naar voetnoot1. heb ik antwoord gegeven, en ik heb mijn briefGa naar voetnoot2. meegegeven aan Pieter Gillis. Ik heb er geen twijfel over dat die je is bezorgd, in elk geval op de Frankfurter Buchmesse die nu aan de gang is. Als Froben besloten heeft mijn Opuscula niet te drukken, wil ik graag dat hij ze terugstuurt.Ga naar voetnoot3. Ik hoor dat Augustinus wel persklaar wordt gemaakt.Ga naar voetnoot4. Ik zou daarover graag meer zekerheid van je willen krijgen. En als dat zo is, zal ik Froben enkele kleine tekstwijzigingen in mijn commentaren op De civitate Dei sturen, die heel kort zijn, in die zin dat ze nog geen twaalf bladzijden vullen. Je moet weten dat de Engelsen vrede hebben gesloten met de Fransen.Ga naar voetnoot5. Ik denk dat, als er al een moment is, dit het meest geschikte is om je oude vrienden weer op te zoeken. Ik denk dat ik voor volgend jaar niet naar Engeland ga. Degene die je deze brief bezorgt, is een zakenman uit Genua,Ga naar voetnoot6. die een groot bewonderaar van je is en je heel graag wil ontmoeten. Ik hoop dat ik je hier binnenkort in goede gezondheid en welgemoed mag treffen. Je zult daar geen spijt van hebben. Het ga je goed. Brugge, 20 september 1525 |
|