1612 Van Michel Boudet
Mussy, 20 september [1525]
Zeergeleerde Erasmus, met uw geschenk aan mij van De tong heeft u uw hart, in de mate waarin het zich liet zien, ruimschoots getoond. Het is inderdaad de tong die een ruim inzicht geeft in het hart. U heeft mij met uw tong eer bewezen en met uw Tong een geschenk gegeven. Hoe moet ik nu aan uw verdiensten rechtdoen? Want ik ben van mening dat u gezegend bent met niet alleen een gouden, maar met een goddelijke tong. Naar ieders oordeel geniet u grote beroemdheid door uw elegante woordkunst en prachtige zinsbouw. Want zodra u zich onderdompelde in de bronnen van de heilige letteren, bracht u zo'n grote onafgebroken stroom op gang, dat vervolgens de hele christelijke wereld werd bevloeid en vrucht ging dragen. Ik wens dat God het gebed dat u in de laatste alinea van uw Tong goed heeft geformuleerd, in vervulling laat gaan voor hen die boven ons gesteld zijn, en dat hij verordent dat het u nog lang in grote voorspoed goed mag gaan. Mocht u iets nodig hebben, dan zal ik voor alles zorgen wat een zeer aangenaam en zeer dierbaar mens verdient. Het ga u goed.
Vanuit Mussy, aan de vooravond van de naamdag van de apostel Mattheus
Uw Michel, bisschop van Langres
Aan Erasmus van Rotterdam, een zeergeleerd man