1607 Van Paul Volz
[Sélestat], 5 september 1525
Hartelijk gegroet. Ik denk dat u al vernomen heeft, mijn Erasmus, wat er met mijn dierbare klooster is gebeurd.Ga naar voetnoot1. Ik ben zo door mijn buren en zelfs door mijn zogenaamde begunstigers van alles beroofd, dat ik, behalve de kleren die ik draag en een Nieuw Testament in zakformaat, niets over heb. En met recht kan ik nu de filosofische uitspraak citeren: ‘Alles wat ik bezit draag ik bij mij’.Ga naar voetnoot2. Op geld ben ik nooit uit geweest, altijd was ik met weinig tevreden. Bij dit onheil voegde zich nog een ander dat erger was. Toen ik onlangs voor de eerste keer in vier jaar uit Straatsburg terugkwam, zei degene aan wie de leiding van het klooster is toevertrouwd tegen mij dat hem door de hoge heren van EnsisheimGa naar voetnoot3. was opgedragen mij nog geen cent te geven uit de opbrengsten van het klooster en ervoor te zorgen dat mij in ons huis in Sélestat geen onderdak, eten of drinken zou worden verschaft, ‘en wel,’ zo zei hij, ‘omdat u deel uitmaakt van de lutherse sekte.’ Over deze kwestie heb ik aan dezelfde hoge heren een schrijven gericht. Ook de heer Ulrich von Rappoltstein etc. heeft het in een brief voor mij opgenomen.Ga naar voetnoot4. Ik heb een antwoord ontvangen. Onze gemeenschappelijke vriend Beatus Rhenanus heeft een afschrift daarvan met een verslag van alles wat er is voorgevallen, omdat ik u niet met zoveel onbenulligheden wilde lastigvallen en ik uw tijd, die u heilig is en druk bezet, niet wilde onderbreken met geklaag. Maar
wanneer u de tijd heeft en het u uitkomt, kunt u het relaas van Beatus horen. Het enige waarom ik u verzoek is dat u mij, ooit bij u aanbevolen, ook aanbeveelt bij degenen door wier raad of hulp ik geholpen en beschermd kan worden. Ik heb namelijk nooit iemand kwaad gedaan en mijn lichaam en leeftijd maken mij gebrekkig.
Hoe het ook zij, voorlopig blijf ik, zo goed en zo kwaad als het gaat, in Sélestat. Sapidus, van wie ik voedsel en kleding krijg, doet u de hartelijke groeten. Nu de vroegere ceremoniën in ere zijn hersteld,Ga naar voetnoot5. is Wimpfeling weer opgeleefd, als drievoeterGa naar voetnoot6. in plaats van tweevoeter. Ik heb uw Cousturier gelezen,Ga naar voetnoot7. een schoenmakerGa naar voetnoot8. die niet in staat is bij zijn leest te blijven, en ik heb