1567 Aan Martin Hune
Bazel, 9 april 1525
Erasmus van Rotterdam aan de arts Martin Hune, gegroet
Uit de brief van de alleraardigste heer Stromer heb ik begrepen met hoeveel moeite u, niet zonder hoge kosten, mijn briefGa naar voetnoot1. heeft weten af te leveren. Ik weet en houd in gedachten hoeveel ik aan uw vriendelijkheid te danken heb. Ik zou een presentje voor u hebben meegegeven aan brenger dezes, Ceratinus, een man die zeer bedreven is in beide klassieke talen en de plaats van Mosellanus zal innemen, maar het was onzeker of zijn route langs u zou voeren. Als hij u zal zien, en als het u belieft om met hem kennis te maken, zult u ondervinden dat hij een manier van optreden heeft die vrij is van alle bedrog en door geen enkele smet wordt ontsierd, behalve dat hij mateloos bescheiden is.
Ik zou een keer aan Eobanus moeten schrijven, maar het duurt een jaar voordat bij hem een brief wordt bezorgd, als die al bezorgd wordt. Alles wordt onderweg opengemaakt en van zegels ontdaan. Zo ver is het evangelisch geloof gekomen. Ik ben in afwachting van Eobanus' geschriften. Beatus