1548 Aan Jan de Hondt
Bazel, 11 februari 1525
Aan de hoogeerwaarde heer en meester Jan de Hondt, kanunnik van Kortrijk, hartelijk gegroet
Het had maar heel weinig gescheeld of ik had je bevrijd van de last tot betaling van mijn toelage.Ga naar voetnoot1. En nu leef ik moeizaam weer op, als weer opleven betekent gespaard te worden voor nieuwe martelingen of, sterker nog, voor nieuwe dreigingen van de dood. Gezegend zij de Heer die op zo'n manier besloten heeft Erasmus te reinigen, door hem hier te geselen teneinde hem voor de eeuwigheid te sparen.
Bentinus, over wie je hebt geschreven, is hier in het huwelijk getreden. Ik heb de man daarover onderhouden omdat hij op die manier zijn jeugd bedorven had. Hij erkende dat dit waar was en lachte minzaam. Hij verwacht dat hij naar een of andere Franse stad in de nabije omgeving wordt uitgenodigd, zoals Farel werd uitgenodigd naar Montbéliard,Ga naar voetnoot2. om dit nieuwe evangelie te prediken. Hier is het succes daarvan wonderbaarlijk. Reeds velen hebben de doop afgezworen en de besnijdenis in ere hersteld. Zeer velen verfoeien de mis. Er zijn er die openlijk verkondigen dat de eucharistie uit louter brood en wijn bestaat. Her en der legt men de sluier en de monnikskap af. Nonnen en monniken treden in het huwelijk. Voor mij is het niet veilig meer hier nog langer te wonen. De levenswijze van degenen die dit hier verkondigen staat mij meer tegen dan hun leerstellingen zelf. Bentinus zal u in de vastentijd opnieuw bezoeken om zijn geestverwanten in het geloof te sterken.
BarbierGa naar voetnoot3. is, door armoede gedwongen naar ik meen, afgereisd naar Frankrijk, in gezelschap van Aleandro die nu aartsbisschop van Brindisi is.Ga naar voetnoot4. Dus heeft hij besloten om nu van diefstal te gaan leven. Mij heeft hij in elk geval al te amicaal behandeld. Ooit ontvreemdde hij van mijn toelage van de keizer, als ik mij niet vergis, veertig florijnen. Omdat ik dat, omwille van de vriendschap, maar geslikt heb, probeert hij zich nu ook deze toelage toe te eigenen, vol vertrouwen op nieuwe toegeeflijkheid. Zoals gewoonlijk zend ik je dit ontvangstbewijs blanco toe. Je zult er geen bezwaar tegen hebben het geld te betalen aan Pieter Gillis of aan deken Mark Lauwerijns of aan deze Antwerpse kanunnik Frans,Ga naar voetnoot5. indien hij je bijgeval zelf deze brief zou bezorgen. Het ga je goed.
Gegeven te Bazel, 11 februari in het jaar 1525