1536 Aan Willibald Pirckheimer
Bazel, 8 januari 1525
Hartelijk gegroet. Ik heb mijn Willibald eerst mogen ontmoeten als penning, met een ring en een brief,Ga naar voetnoot1. en nu ook geschilderd door Apelles.Ga naar voetnoot2. Enige tijd geleden gaf ik mijn antwoord mee aan een hoogst onbeschaamde vagebond, lieden van wie de wereld tegenwoordig vol is.Ga naar voetnoot3. Ik gaf hem zeven blaffertsGa naar voetnoot4. - mogen die hem ongeluk brengen - waarbij ik hem meer beloofde als hij de brief naar behoren zou afleveren. Zijn toezegging was, zoals ik nu zie, loze praat. Wat bij jou gebeurt zal binnenkort overal gebeuren, tenzij een of andere godheid ingrijpt. Hiertoe roepen de evangelischen met alle brutaliteit op, ondanks de protesten van Luther. Sommigen zijn er zonder meer op uit om alles en alle vormen van kennis en wetenschap te vernietigen. Ik zou willen dat aan deze onrust een gelukkig einde kwam. Zij verachten Luther openlijk, sinds hij gematigder is geworden.
Ik zou graag door Dürer geschilderd worden,Ga naar voetnoot5. waarom niet door zo'n groot kunstenaar? Maar hoe dat voor elkaar te krijgen? Hij was in Brussel begonnen met een houtskoolschets, maar dat is hij allang weer vergeten, denk ik. Als hij met behulp van de penningGa naar voetnoot6. en zijn geheugen iets kan, zou hij voor mij hetzelfde kunnen maken als voor jou, aan wie hij wat extra gewicht heeft toegevoegd. Het door jou aanbevolen medicijnGa naar voetnoot7. heb ik nog niet durven gebruiken.
Binnenkort zal ik over mijn situatie schrijven. Want ik krijg het bericht dat de koerier die jouw brief bracht na de maaltijd vertrekt, terwijl hij aanvankelijk morgenochtend zou vertrekken. Daarom wilde ik het niet riskeren een lange brief te schrijven. Het ga je goed.
Op de octaafdag na het feest van de besnijdenis, in het jaar 1525
Erasmus, zoals je wel begrepen hebt
Aan de zeer gewaardeerde Willibald Pirckheimer