De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 11. Brieven 1535-1657
(2013)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
Erasmus van Rotterdam aan de hoogwaardige vader John, bisschop van Lincoln in Engeland, gegroetEnige jaren geledenGa naar voetnoot1. spoorde u te Calais als eerste van iedereen mij aan, zeer onkreukbare bisschop, een commentaar te schrijven op het boek der Psalmen. Ook laat u in talrijke brieven niet af op datzelfde onderwerp terug te komen. Vervolgens stonden zowel geleerden als vorsten op die daar ook op aandrongen. Toen ik zag dat mijn verontschuldigingen, ook al waren die naar mijn mening zeer terecht, door hen niet werden geaccepteerd, heb ik herhaaldelijk geprobeerd dieper door te dringen in dit heilige der heiligen van de goddelijke geest. Maar toen ik die pogingen deed, leidden andere bezigheden mij af, of het was een soort heilig ontzag voor het verheven karakter van het werk dat mij ervan weerhield om te beginnen. Lang geleden heb ik het op de eerste psalm uitgeprobeerd,Ga naar voetnoot2. aan de tweede heb ik een echt commentaar toegevoegd,Ga naar voetnoot3. voor de derde heb ik getracht een parafrase te maken. Nu zend ik u een preek over de vierde, waarop ik mijn uiterste best heb gedaan, in de hoop dat ik daar enigszins in geslaagd ben. Maar ik ben er nog nergens tevreden over. De aard van dit werk verdraagt een parafrase nauwelijks en toch zou de lezer, bij een zo grote hoeveelheid van al bestaande commentaren, geboeid moeten worden door een nieuwe vorm van behandeling. Ik zal doorgaan, als u het resultaat van deze poging goedkeurt en als u mijn pogingen in uw gebeden bij God wilt steunen. Het ga u goed. Bazel, 5 januari in het jaar 1525 |
|