De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1520 Van Georg van Saksen
| |
[pagina 357]
| |
met het doel om u opnieuw aan te sporen, aan te vuren en u op een of andere manier te brengen tot datgene wat u twee geleden jaar met zoveel argumenten, overal vandaan gehaald, nadrukkelijk hebt geweigerd:Ga naar voetnoot5. ik bedoel natuurlijk het beschermen van Gods kerk tegen de grote hoeveelheid monsterlijke en abominabele leerstellingen. U hebt er inderdaad al vaker van getuigd dat u een grote hekel hebt aan de schaamteloze onbescheidenheid van Luther, zijn gevit en spotternij, en aan de opstandige ongeregeldheden van zijn volgelingen, en u hebt hen daarvoor terechtgewezen, met heel gewichtige redenen omkleed, en hen dat verweten; maar vóór de publicatie van dat boek over de vrije wil was ons niets onder ogen gekomen waaruit wij duidelijk hadden kunnen opmaken dat u dingen hebt onderwezen die strijdig zijn met zijn stellingen en die hem op gelijk niveau aanvallen. Zelfs was niet alleen de gewone man ervan overtuigd dat u het in feite met hem eens was, althans voor het grootste deel, en alleen maar veroordelend sprak over zijn onchristelijke en onruststokende wijze van optreden, maar ook Luthers volgelingen zelf schepten hier trots over op en beweerden voortdurend dat u aan hun kant stond; dit is u ook al vaker verweten door uw critici en het is door u steeds verre van u geworpen. Maar nu zij begrepen hebben dat u hen openlijk tegenspreekt en een serieus gevecht bent aangegaan, is al hun hoop de bodem ingeslagen en hebben ze de moed laten zakken. Dus, had u maar meteen die taak op u genomen, vanaf het moment dat de ketterijen zich voor het eerst manifesteerden! Want dan zou die groepering niet zo omvangrijk geworden zijn. Maar omdat u een gewichtige voorloper van uw zwijgen naar voren brengt en duidelijke uitleg belooft, zullen wij niet vinden dat u in gebreke bent gebleven, op voorwaarde dat u wat betreft het handhaven en verdedigen van de geloften en wat betreft andere zaken die we van onze voorouders als het ware overhandigd gekregen hebben, de kerk en de heilige vaders nog steeds zult bijstaan als een stevige voorvechter en alerte verdediger. We twijfelen er niet aan dat u, zoals Hilarius door het verbreken van zijn langdurig stilzwijgen de ariaanse ketterij heeft weten te onderdrukken, in staat zult zijn die van Luther te onderdrukken en diens verderfelijke onorthodoxheden uit te roeien en te vernietigen. Wat verder de reden is dat u op de slotzin van onze brief niet gereageerd hebt en zelfs niet de hoop heb gewekt uit te zien naar een opvolger voor Mosellanus, is ons niet duidelijk, tenzij u het zou willen toeschrijven aan het onverwachte vertrek van de bode van uw brief. Wij vragen u daarom ons zo spoedig mogelijk hieromtrent te berichten. Het ga u goed. Uit Dresden, de dag voor St.-Andreas 1524 |
|