De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 213]
| |
1448 Van hertog Georg van Saksen
| |
[pagina 214]
| |
Werkelijk, had God u drie jaar geleden maar dit idee ingegeven om afstand te nemen van Luthers sekte! En had u dan maar zo afstand genomen dat u door publicatie van een geschrift dat tegen hen was gericht, bewezen had dat er tussen u en hen echt niets gemeenschappelijks is en dat er ernstige meningsverschillen bestaan! Hoeveel gemakkelijker was het dan immers geweest het toen nog oplaaiende vuur te blussen dan het nu te doven nu het zich tot een zo geweldige vuurzee uitgebreid heeft! Dus ligt, om eerlijk te zeggen wat ik vind, de schuld daarvan op de eerste plaats bij u. Want als u, toen de tijd hiervoor rijp werd en nog niet zo veel mensen door dit kwaad gegrepen waren, de houding tegenover Luther aangenomen had die u nu demonstreert en als u het strijdperk betreden had en daar serieus de rol van waarachtige vechter vervuld had, zou er geen reden zijn om ons zorgen te maken. Maar omdat u steeds zo met hem hebt gevochten dat u hem nooit gedreigd hebt met een open oorlog maar u hem alleen aanviel vanuit een schuilplaats en slechts met weinig effect, bijna zo alsof u met opzet niet wilde doden, is het gevolg dat de meningen van de mensen uiteenlopen: een deel is tot de conclusie gekomen dat u een vijand van Luther bent, een ander deel dat u met hem onder één hoedje speelt en voor het oog wel doet alsof u meningsverschillen met hem hebt maar in feite het met hem eens bent. Als u van deze onjuiste mening verlost wilt worden, zal het voortdurend nodig zijn dat u meteen open kaart speelt en eindelijk eens voor de dag komt en door openlijk met Luther slaags te raken voor de hele wereld van uw opvatting getuigt en tegelijk de kerk beschermt tegen die goddeloze ketterij. Als u dat niet doet, zullen allen eenstemmig en luidkeels laten weten dat u afbreuk hebt gedaan aan de waardigheid van de kerk en dat u geen rekening hebt gehouden met de zuiverheid van het evangelie en uw eigen plichten. Onze vriend Mosellanus is overleden,Ga naar voetnoot5. maar natuurlijk veel te vroeg, want hij was de grootste ster van de universiteit van Leipzig. Had God maar gezorgd dat hij langer mijn gulheid had kunnen ondervinden! Ik zou niets liever gehad hebben, wees daarvan overtuigd. Maar aangezien God anders beslist heeft, moeten wij gelaten zijn dood dragen; en we moeten alle moeite doen om in zijn plaats iemand te vinden die onze universiteit kan laten excelleren op de gebieden van het Grieks en van de goede literatuur, en die bovendien mijn landgenoten kan vormen tot mensen die leven volgens deugden en plichten. Als u iemand weet die hieraan beantwoordt maar die ook geen enkel contact heeft met Luthers sekte, wens ik dat u hem naar mij toe stuurt: hiermee zult u iets doen wat mij welkom is en waar die persoon geen spijt van zal krijgen. Vaarwel. Vanuit Dresden, 21 mei 1524 |
|