De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1431 Aan Guy Morillon
| |
[pagina 172]
| |
zich niet uit. Van MaximilianusGa naar voetnoot4. heb ik een aardige vriendelijke brief gekregen: ik heb antwoord gegeven al had ik het heel druk.Ga naar voetnoot5. Nu ben ik bezig met een brief aan de heer van La Roche,Ga naar voetnoot6. een oude vriend en beschermheer van me. Aan de heer kanselier MercurinoGa naar voetnoot7. en aan Jean Lalemand heb ik al geschreven.Ga naar voetnoot8. De zeer doorluchtige Vrouwe Margaretha heeft mij een briefGa naar voetnoot9. geschreven: zij belooft mij een jaargeld als ik terugkeer. Aan geld zou het mij niet ontbreken, als die valse aanklagers daar het mij maar mogelijk zouden maken in pais en vree te leven! In Rome tiert Zúñiga nog: maar eindelijk heeft de paus hem gezegd dat hij zijn mond moet houden.Ga naar voetnoot10. Hier zijn veel lieden die zo nu en dan een nieuw pamflet laten verschijnen waarin zij allerlei waanzin naar mijn hoofd slingeren. In Duitsland gebeurt zoiets ongestraft, vanwege hun ijver voor het evangelie. Toch heb ik tot nu toe niets tegen Luther geschreven behalve mijn plechtige verklaring dat ik me absoluut niet thuisvoel bij zijn groepering. Hier heerst echt hun enthousiasme voor het evangelie en zo zijn de manieren van een herboren kerk! Ik zit helemaal niet meer te wachten op die prebenden en die keizerlijke benoemingsrechtenGa naar voetnoot11. waar jij het over hebt. Dat zijn verwachtingen op de lange baan, en ik ben al aan het doodgaan. Daarom moet jij zelf maar beslissen in wiens naam jij het geregeld wilt hebben. Ik ken Nicolas Barbier en ik waardeer hem.Ga naar voetnoot12. Inmiddels heb ik de parafrasen van het hele Nieuwe Testament af behalve van de Openbaring. Ik weet niet of jij de laatste uitgave van mijn brieven hebt gelezen: hierin word jij enkele keren met naam genoemd.Ga naar voetnoot13. Maar als een van mijn werken het verdient voort te leven, zal ik zorgen dat samen met mijn naam ook de naam van mijn goede vriend Morillon voortleeft. Dit zal | |
[pagina 173]
| |
binnenkort gebeuren en het zou al geregeld zijn geweest als jouw brief op tijd aangekomen was.Ga naar voetnoot14. Ik zou gedacht hebben dat Nebrija vriendelijker was!Ga naar voetnoot15. Toch is daar niets wat mij raakt en het meningsverschil gaat over geitenwol. Groet namens mij alle vrienden in Spanje, de aartsbisschop van Compostela,Ga naar voetnoot16. doctor Coronel, Guillaume Le Moyne. Het verbaast me dat jij Guillermo VergaraGa naar voetnoot17. niet noemt. Ik ben blij dat er in dat land steun voor mij is. Was ik daar maar heengegaan toen ik me naar Duitsland begaf! Hier heb ik zoveel ziekelijke heden gevonden dat ik, als ik het van tevoren geweten had, nog eerder naar de Turken vertrokken was dan hierheen. Maar dit moeten we het lot toerekenen. Jij hebt met de KameelGa naar voetnoot18. niets van doen: maar ik heb, willens nillens, met vele hydra's te maken. Het ga je goed. Bazel, Goede Vrijdag 1524 Aan de heer Guy Morillon, secretaris van zijne keizerlijke Majesteit |
|