De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1429 Aan de stadsraad van Straatsburg
| |
Erasmus van Rotterdam groet de stadsraad van StraatsburgRoemrijke en zeer doorluchtige heren, uw vroomheid schat ik hoog en eerbiedig ik, want u steunt het evangelie; voor het bevorderen daarvan getroost ik me al vele jaren heel wat moeite en verdraag ik heel wat ongenoegen van de kant van lieden die meer gespitst zijn op hun eigen voordeel dan op Christus' roem. Ieder tracht dat doel op een andere manier te bereiken. Maar in dit eerbiedwaardige werk mengen zich ook bepaalde figuren die trachten te ondermijnen wat anderen tot stand brengen. In uw stad bevindt zich ene | |
[pagina 170]
| |
Schott, een drukker, die onlangs onder andere een pamflet van HuttenGa naar voetnoot1. tegen mij heeft gepubliceerd dat zo smakeloos is dat het zelfs Luther en Melanchthon tegenstond. Maar dit was nog niet alles: heimelijk heeft hij het pamflet nogmaals gedrukt, met een tirade van een onbezonnen iemand,Ga naar voetnoot2. en het is nu zodanig dat het zowel de schone letteren als ook de zaak van het evangelie ernstig schaadt. Voor zover het mijzelf betreft zou ik er geen hand naar uitsteken en ongetwijfeld zult u deze zaak beschouwen als te onbelangrijk om kennis van te nemen. Toch moet men er steeds op letten dat zo een onbeschaamdheid, als die ongesignaleerd blijft, niet uiteindelijk tot een uitbarsting leidt die uw stad onheil brengt. In elk geval zal het zeer schadelijk zijn voor de zaak van het evangelie als mensen zien dat de normen in de samenleving naar aanleiding van het evangelie verslappen. Als u wilt weten wat voor pamflet het is, moet u Hedio of Capito laten komen. Ik misgun Schott zijn gewin niet en ik weet dat degene die het geschreven heeft, dat op andermans instigatie gedaan heeft. Als u echter in uw wijsheid van mening bent dat u hier geen nota van hoeft te nemen, zal ik dat in alle rust accepteren. Maar in overeenstemming met mijn oprechte genegenheid voor de schone letteren en voor de zaak van het evangelie leek het mij goed u hierop attent te maken; want misschien is het ook voor uw stad van enig belang. Moge de heer Jezus uw stad rijkelijk zegenen en u allen in goede gezondheid bewaren, zeer voortreffelijke, allerdoorluchtigste heren: uw luister ben ik al sinds jaar en dag en op vele gronden ten zeerste toegedaan. Bazel, Passiezondag 1524 |