De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
1422 Aan Lorenzo Campeggi
| |
[pagina 158]
| |
geld en het vergt ook de nodige zorgvuldigheid. Ten slotte, tot halfvastenGa naar voetnoot4. moet ik hier beschikbaar blijven in verband met dingen die ik nu aan het schrijven ben en die meteen door de drukkers ter perse gelegd worden. Maar ik heb besloten van de zomer een poosje vrij te nemen van alle zware inspanningen. Dus als mijn gezondheid dan een beetje beter is zal ik, wanneer de tegelkachels van de Duitsers niet meer stinken, graag naar u toe komen, tenzij er dan iets gebeurd is wat mij naar elders roept. Want de keizer en de zeer doorluchtige Margaretha roepen mij terug naar Brabant om deel te nemen aan het gezantschap dat zij nu samenstellen en dat zij naar Rome willen sturen om hun gehoorzaamheid aan de nieuwe paus te betonen. Maar in die tussentijd staan mijn diensten tot uw beschikking op elk gebied waarop ik u kan helpen. In Duitsland heb ik geen enkel gezag. Eens was ik geliefd, maar ik ben helemaal uit de gratie geraakt toen ik ‘een tegenstander van het evangelie’ werd, zoals zij dat noemen. Ik heb zoveel haat gewekt tegen mezelf dat ik liever doodging. Ik ga ook nog liever dood dan de eendracht van de kerk te verbreken en me aan te sluiten bij een of andere factie. Maar mijn geleerdheid is onder de middenmaat. Toch zal ik niet alleen datgene wat ik zelf in huis heb met genoegen bijdragen aan deze zaak, maar ik zal ook geleerde vrienden om adviezen vragen: hier heb ik er bijvoorbeeld een die voortreffelijk is, Ludwig Baer, proost van de collegiale St.-Pieterskerk, een man met schitterende gaven van lichaam en geest, die het hoogste gezag heeft bij zijn eigen mensen vanwege zijn edele afkomst, zijn eerlijke leefwijze en zijn buitengewone geleerdheid. Want hij heeft vroeger in Parijs de eerste plaats behaald bij de promotie van theologen. Intussen moet ik evenwel oppassen dat ik niet verscheurd word door de Duitsers (om ze niet de maffen te noemen) voordat ik Duitsland ga verlaten. Want er zijn veel lieden die zich trots evangelisch noemen maar beter duivels kunnen heten en die tot alles in staat zijn. Om een of andere reden hebben zij het vooral op mij gemunt en rekenen ze het mij aan dat zij niet kunnen triomferen: want zo praten zij. Er zijn al enkele pamfletten op me afgevuurd, andere houden zij schietklaar en daar dreigen ze mee.Ga naar voetnoot5. Ik ben er zeker van dat u in uw wijsheid de zaak zult aanpakken met de beste inzichten: ik denk dat uw onderneming de grootste kans van slagen heeft als u de hoogste onpartijdigheid tentoonspreidt en als u laat zien dat u deze kwaal veeleer wilt genezen dan de kop indrukken; dat u het onkruid niet zo wilt wieden dat u tegelijk ook de tarwe uit de grond ruktGa naar voetnoot6. en dat u bereid bent bepaalde dingen te veranderen die veranderd kunnen en moeten worden, zonder schade aan de apostolische waardigheid en de evangelische rechtzin- | |
[pagina 159]
| |
nigheid. Intussen zullen zij ophouden met die oproerige pamfletten en dat opstandig gestook totdat onder het gezag van paus en vorsten iets vastgesteld wordt dat de algemene eensgezindheid herstelt en na het herstel stevig verankert. Duitsland is heel groot. Als u dit land tot vrede weet te brengen, hebt u iets bovenmenselijks verricht. Het bovenstaande heb ik geschreven om mee te geven aan de bode die mij uw brief uit Augsburg heeft bezorgd: daags voor Petrus' StoelGa naar voetnoot7. heeft hij de brief bezorgd die u op 1 februari in Rome geschreven had. Zodra ik zeker weet waar uwe Eminentie zich bevindt zal ik uitvoeriger schrijven, vertrouwend op uw vriendelijk begrip, en als er iets gereed is geef ik dat ook mee aan een vertrouwd persoon van wie ik zeker kan zijn; als ik zo iemand niet kan vinden, zal ik mijn eigen dienaar sturen. Vandaag heb ik ook aan paus Clemens geschreven en hem zijn exemplaar van de parafrase gestuurd.Ga naar voetnoot8. Als u hem schrijft, wat u vaak doet, spoort u hem dan alstublieft aan om de waanzin van Zúñiga in toom te houden;Ga naar voetnoot9. zolang die man zich laat leiden door zijn eigen zieke geest en door de persoonlijke haatgevoelens van bepaalde lieden, doet hij afbreuk aan de zaak van de paus. Moge de goede en almachtige God u in gezondheid en voorspoed bewaren. Bazel, 21 februari 152<6> |
|