De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 146]
| |
1416 Aan Ennio Filonardi
| |
[pagina 147]
| |
wens en ik hoop dat deze Medici dat zal zijn: ik zal hem niet in de steek laten wanneer de tijd daar is. Ik stuur u een exemplaar van deze Parafrase, die opgedragen is aan Clemens, als het werk tenminste gedrukt is voordat ik een bode vind; zo niet, dan stuur ik het voorwoordGa naar voetnoot7. mee zodat dit samen met mijn brieven op mijn kosten naar Rome gebracht kan worden. Trouwens, als er een bode opduikt, zal hij dit pakketje graag meenemen met de beloning in het vooruitzicht. Want Adrianus heeft aan de koerier uit Bazel voor het bezorgen van ArnobiusGa naar voetnoot8. zes dukaten gegeven, en nog wel eigenhandig; anders is hij niet zo vrijgevig. De keizer en Margaretha verzoeken mij dringend terug te keren naar Brabant: als ik dat niet doe, loopt mijn jaargeld gevaar. Wat dit betreft heb ik al bijna zeshonderd goudgulden tegoed.Ga naar voetnoot9. Zie eens hoe ik al mijn geheimen uitstort bij een bisschop, mij zeer welgezind en mijn weldoener! Dat ik dit durf komt door uw vriendelijkheid: ik wens u veel en langdurige voorspoed toe. Als de bode die ik nu heb gevonden drie dagen later was gekomen, had ik het hele boekwerk op kunnen sturen, want de laatste pagina's heeft de drukker nu onderhanden. Binnen enkele dagen stuur ik het op, samen met een kort briefje voor de paus.Ga naar voetnoot10. Het ga uwe Hoogwaardigheid goed: gaarne ben ik u zeer verplicht. Bazel, de dag na quinquagesima in het jaar 1524 Zo u wilt kan uwe Hoogwaardigheid intussen dit geschreven voorwoord naar de paus sturen en door uw aanbeveling de steun voor mij van de kant van zijne Heiligheid vergroten. Erasmus, waarlijk uw ondergeschikte Aan de zeereerwaarde vader in Christus, heer Ennio, bisschop van Veroli en allerwaardigst apostolisch nuntius. Te Konstanz |
|