De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 128]
| |
1407 Van Jean Lange
| |
[pagina 129]
| |
voorheen de eerste plaatsen bezetten, met de steun en op gezag van bisschoppen, aartsbisschoppen, kardinalen en zelfs van de paus - die het hierover allemaal roerend eens waren, zonder enige vorm van protest - en ook met instemming van de keizer, koningen, hertogen en graven, nu gedegradeerd worden naar de allerlaagste klas - een grote belediging - en gedwongen worden plaats te nemen op de allergoedkoopste rangen. Het is gemakkelijk in te zien waar dit vandaan komt; ten eerste heeft die ijlhoofdige en waanzinnige Zúñiga, ook al is hij een geleerde, over u en uw Annotaties karrenvol beledigingen uitgestort, en dit - God sta me bij - alleen uit giftigheid en afgunst tegenover uw grote geleerdheid; ten tweede hebt u Lefèvre op enkele plaatsen flink over de hekel gehaald en met zijn opvattingen een beetje te wild korte metten gemaakt en zijn oordeelsvermogen nu en dan zo laag ingeschat dat u die grote man, zo vroom en zo godsdienstig, niet alleen elke vorming ontzegt maar ook elk inzicht; ten derde het verbazingwekkende fanatisme waarmee verschillende andere geleerden tegen elkaar tekeergaan en polemiseren, Hutten tegen Erasmus, Erasmus tegen Hutten, Brie tegen Thomas More,Ga naar voetnoot4. een of andere Duitser tegen BudéGa naar voetnoot5. en vaak ook Caelius:Ga naar voetnoot6. moge de Almachtige hen allen zo vredelievend maken dat zij met recht kinderen van God genoemd kunnen worden. Al deze polemieken, die onenigheden, dat onontwarbare getwist, al die vervelende verschillen van mening die tot eeuwige onmin leiden, hangen mij zó de keel uit dat ik dit kwaad liefst radicaal uitroei! Ik tracht het te vermijden en ik stel het aan de kaak. Niets staat immers zo vaak te lezen in de gehele Heilige Schrift als ‘Vrede zij met u.’ En terecht, want zoals de dichter zegt: ‘Liefde voor de vrede is God, laten wij vol liefde de vrede vereren’.Ga naar voetnoot7. Maar genoeg hierover, want u bent wel de grootste schrijver van alle stervelingen die iets over vrede te berde hebben gebracht. Wij, een groepje Fransen dat uw reputatie koestert, allemaal mensen die geloven dat zij in de Griekse letteren enige voortgang hebben geboekt, hebben besloten om u vanwege uw uitzonderlijke en ongelooflijke geleerdheid en uw onvermoei- | |
[pagina 130]
| |
bare inzet voor de wetenschap nederig te verzoeken om een vertaling te maken van Theodorus' rijke boekje over de maanden,Ga naar voetnoot8. ten gunste van iedereen en speciaal voor de Franse beschermgeest die u altijd van harte welgezind bent geweest: hoewel wij het geschrift zo ongeveer begrijpen, hebben wij allemaal dringend behoefte aan een vertaling van deze nuttige auteur in uw bewoordingen. Volgens ons kunt u geen grond vinden om te weigeren, behalve dat u al uw werkkracht besteedt aan veel belangrijker onderwerpen, namelijk theologie, en dat u daar helemaal in opgaat en in beslag genomen wordt. Ook uw rijpe leeftijd zult u wel aanvoeren: het plechtanker (zoals het spreekwoord zegt)Ga naar voetnoot9. van rechtmatige weigering om dit gebied te betreden; zo rijp als die is, besluit zij taken aan te pakken en uit te voeren die nog veel rijper zijn dan deze. Op uw eerste excuus zal ons antwoord luiden: de enige ware theologie is die, die tot het hoogste rendement voor de christenen niets onbeproefd laat en alles voortbrengt, tot onvergankelijke glorie van de almachtige God. Want wat de menselijke nijverheid produceert en verspreidt, gaat gemakkelijk kapot en raakt in eeuwige vergetelheid als het niet bij wijze van spreken geschraagd wordt met een stevige stut van de almachtige goede God. Uw tweede excuus aanvechten zal niet moeilijk voor ons zijn en voor u zeer eervol. Want als u op uw gevorderde leeftijd rijpere terreinen van wetenschap kiest (hoewel het vertalen van dit werkje ook op behoorlijk rijp terrein ligt, zowel wegens uw excellentie in het vertalen, waardoor u anderen overtreft, als vanwege de onuitputtelijke kennis van de complexe onderwerpen die Theodorus Gaza hier laat zien), bewijst u hiermee des te duidelijker, omdat u dan zo veel goede mannen behulpzaam bent, uw oprechte welwillendheid. Ook al erkennen en verwelkomen wij allen die welwillendheid nu al van harte, hiermee zult u bereiken dat wij u nog veel warmer verwelkomen en dat wij allen u standvastig zullen steunen, als u tenminste in enig opzicht behoefte hebt aan steun van een groepje Fransen zoals wij zijn. Naast de kampioenen in de republiek der letteren die u van harte welgezind zijn, Budé, Lefèvre, Deloynes, Ruzé, Bérault, de arts Ruel (waarom u hem, als zich een geschikt onderwerp voordeed, nooit geschreven hebt en waarom hij anderzijds u nooit met een brief heeft uitgenodigd om te corresponderen, verbaast vele geletterden hier ten zeerste), zijn er ook nog andere niet geringe geleerden die bij elke gelegenheid zullen optreden als uw vurigste verdedigers die altijd paraat staan. Ik doel hier op Gérard Roussel, de docent dialectica van de tegenwoordig in Bazel woonachtige Guillaume Farel uit de Dauphiné; Roussel is zowel in de filosofie als in de wiskunde zo | |
[pagina 131]
| |
goed thuis dat hij na Lefèvre met recht vooraan kan staan, terwijl hij ook nog meer dan behoorlijk Grieks en Hebreeuws kent. Verder bedoel ik Jacques Toussain, nu de enige student van Budé samen met diens zoon Dreux en door Budé behandeld en beschouwd als een uitstekende graecus. Op het gebied van de Latijnse letteren heb je hier de beide heren Dubois,Ga naar voetnoot10. de gymnasiarch Morel, Baventius en Milo.Ga naar voetnoot11. Theologen, althans die naar onze smaak zijn, kan men hier in groten getale vinden, zelfs die bereid zijn om uwentwille de dood onder ogen te zien. Brissot heb ik nog overgeslagen: doctor in de geneeskunde, uitstekend filosoof, wiskundige en graecus en ook een prima latinist. Misschien hebt u hem onlangs ontmoet toen hij uit Italië over Zwitserland naar Frankrijk terugreisde. Als u met hem gesproken hebt, hoef ik verder niets te vertellen. Als u eventueel, zelfs nadat ik u zo'n lange lijst heb gegeven van beroemde mannen, ons verzoek zou afwijzen en deze lastige taak op de eerste de beste zou willen afschuiven, zullen wij op hetzelfde schild steunen als tevoren: dat wil zeggen, wij verlangen vurig naar een vertaling van uw hand, naar het verrassende gemak waarmee u schrijft en uw mooie Latijnse bewoordingen, die niet te evenaren zijn, laat staan te overtreffen. Zou u zo vriendelijk willen zijn, als het u niet ontrieft, ons in een kort briefje op de hoogte te stellen van uw besluit in dezen. Dit zult u des te liever doen als u ervan overtuigd bent dat wij een brief, afkomstig uit uw schatkamer, zorgvuldiger zullen bewaren dan de beroemde vorst Alexander van Macedonië vroeger de tekst van Homerus bewaarde in dat kostbare en fraai bewerkte kistje.Ga naar voetnoot12. Doe alstublieft mijn hartelijke groeten aan Glareanus, een man met veel humor, zeer geleerd en heel wijs. Meaux, bij Lefèvre, bij de bisschop van Meaux thuis,Ga naar voetnoot13. 1 januari 1524 Uw vriend Lange |
|