De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1408 Aan Willibald Pirckheimer
| |
[pagina 132]
| |
dat hij vrolijkheid uitstraalde. Ik was in deze kerstdagen door niersteen gecombineerd met een pijn die koliek heet, bijna bevrijd geraakt van deze kwalen des levens. Nog steeds is mijn arme lijf zo van streek dat ik vrees dat ik niet af krijg wat ik onder handen heb, mijn werk aan de Handelingen.Ga naar voetnoot2. Ik ben niet bang voor de dood, want ik heb lang genoeg geleefd. Ik zou wel een andere, zachtere manier van doodgaan wensen. Hoeveel doden moet ik nu sterven om één niersteen te baren! Hoe vaak moet ik de dood opnieuw proeven! Maar wij moeten ons onderwerpen aan Gods wil. Clemens vii roept mij met grote beloften naar Rome. De zeer doorluchtige Vrouwe Margaretha en de keizer roepen mij naar Brabant; anders ben ik mijn jaargeld kwijt, dat me nu al meer dan twee jaar niet uitbetaald is.Ga naar voetnoot3. Hier morren de slimmere volgelingen van Luther tegen mij, en Luther schrijft over mij aan zijn aanhang niet bepaald vriendelijk. Ik kan wel raden wat er in Rome zal gebeuren; want er zijn daar personen die met de mentaliteit van gladiatoren mij een zekere dood bereiden.Ga naar voetnoot4. Zij hadden het bijna voor elkaar, voor de dood van Adrianus: maar toen ik hem een deel van mijn advies had geschreven,Ga naar voetnoot5. zoals hij zelf mij in geheime brievenGa naar voetnoot6. verzocht had, merkte ik al snel dat de gezindheid van de goden was veranderd. In Brabant is een zwaard in handen gegeven van een paar bezetenenGa naar voetnoot7. die mij nog erger haten dan ze Luther doen. Hier ben ik alleen maar ziek. De koning van Frankrijk nodigt me vaak uit.Ga naar voetnoot8. Maar dan is het net alsof ik bij de vijand mijn toevlucht neem, en dit probeerden mijn vijanden de keizer ook aan te praten; maar die steunt mij nog steeds ruimhartig. De Engelse koning oefent zoveel druk op mij uit om tegen Luther te schrijven dat hij zich bijna beledigd zal voelen als ik blijf weigeren. Wat een verwarrende tijd! Je doet me een groot plezier als je me schrijft wat daar bij jullie verder gebeurt en wat onze vriend Lee uitspookt.Ga naar voetnoot9. Hoe Luther al zijn tegenstanders beroemd | |
[pagina 133]
| |
maakt en rijk: ongelooflijk! Ik ben heel benieuwd wat de uitkomst zal zijn van de rijksdagGa naar voetnoot10. en van de oorlogsvoorbereidingen die aan alle kanten gaande zijn. De bergen zullen botsen, denk ik. Moge God onze schermutselingen ten goede keren van ons allen! Over de gegoten ErasmusGa naar voetnoot11. had jij juist gegist. Hij komt beter uit als er een mengsel van koper en tin wordt gebruikt. Terminus, de afbeelding op de keerzijde, maakt het moeilijk mijn gezicht goed te krijgen. Ik zou graag willen dat de mensen daar het eens proberen. Ik ben blij dat onze vriend Dürer ook zijn schoenmakerGa naar voetnoot12. getroffen heeft: doe hem de hartelijke groeten van mij, en ook aan Varnbüler. Ik heb dit met moeite geschreven omdat mijn handen nog trillen van mijn ziekte en omdat ik pas iets over een bode hoorde toen hij bijna zou vertrekken. Mijn beste wensen voor onze vriend Fabri. Justus,Ga naar voetnoot13. de gezant van de koning van Polen, heeft mijn Onze VaderGa naar voetnoot14. nog niet ontvangen; maar ik denk dat het bij jullie al te koop is. Het ga je goed. Bazel, twee dagen na Driekoningen in het jaar <1524> Erasmus Aan de hooggeboren heer Willibald Pirckheimer, keizerlijk raadsheer |
|