der billijk als ik uw godslasteringen zou toejuichen, waarmee u ook de bijbel blameert. Doe wat u wilt, schilder mij af zoals het u op uw beurt goed dunkt. Ik weet dat ik in dit leven niets anders verdiend heb dan voortdurende eerloosheid en vernedering. U kunt mij nauwelijks als slechter afschilderen dan als persoon die onontwikkeld, eerloos, onbekend en zondig is. Als zo iemand wil ik beschouwd worden, en zo ben ik ook. Alleen dit verbied ik u, dat u mij of iemand anders aan wie het evangelie ter harte gaat, goddeloos noemt. Als u niet ophoudt met die praatjesmakerij, zal ik u voor eens en voor altijd het masker afrukken en u in geschrifte onthullen wie u eigenlijk bent. Ik heb vrienden genoeg die mij metterdaad zullen helpen en mijn onderneming willen steunen; want ik ken de zere plek waar ik bij u de vinger op moet leggen. Laat dit u gezegd zijn; vaarwel.