De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |
Brief van Erasmus aan de koning van FrankrijkAllerchristelijkste koning, ik zou heel graag meer in uw nabijheid zijn om te genieten van die koninklijke vriendelijkheid van uw karakter en van de uitzonderlijke steun die uwe Majesteit mij geeft en die ik helemaal niet verdien, maar deze stormachtige tijden werken helaas mijn wensen tegen. Ik hoop evenwel dat de genadige God ons een keer, over niet al te lange tijd, wat zonnestralen schenkt na al deze opschudding. Voorlopig stuur ik u als onderpand van mijn gezindheid de Parafrase van het evangelie van Marcus, opdat de vier evangeliën, tamelijk uitvoerig door mij van uitleg voorzien, door de eervolle naam van de vier voornaamste monarchen van de wereld een gunstig onthaal vinden in de vier windstreken van de aarde. Want Mattheus had ik al een tijd geleden opgedragen aan de keizer,Ga naar voetnoot1. aan u draag ik nu Marcus op; Lucas heb ik opgedragen aan de koning van EngelandGa naar voetnoot2. en Johannes aan Karels broer Ferdinand.Ga naar voetnoot3. In mijn vurigste gebeden vraag ik aan heer Jezus, in wiens hand de harten van alle koningen liggen,Ga naar voetnoot4. dat juist zoals het boek van de evangeliën nu uw namen verenigt, op dezelfde manier binnenkort de geest van het evangelie uw harten aaneensmeedt tot eeuwige eendracht. Ik weet dat er niets zachtmoediger is dan uw karakter, maar oorlog is op zich weinig zachtzinnig. Ik weet dat het niet aan u ligt dat de vrede maar niet tot stand komt, waarnaar alle mensen van goede wil zuchtend verlangen; er is echter goede hoop dat God de keizer op andere gedachten brengt, zodat hij zijn plannen matigt. Hoe meer de wederzijdse eendracht wortel schiet en opbloeit, des te beter is het voor uw voorspoed en voor de rust van de hele wereld. Ik kan alleen maar wensen wat het beste is. Als deze wensen verhoord zouden worden, had uwe Majesteit een overvloed aan alle goede dingen en stond onder uw leiding uw koninkrijk in volle bloei. Het boek is vers van de pers: ik heb het meteen vanuit de drukkerij naar uwe allerchristelijkste Ma- | |
[pagina 117]
| |
jesteit laten brengen met behulp van mijn dienaar Hilarius,Ga naar voetnoot5. iemand die betrouwbaar is en ook goed onderlegd in de vrije kunsten en die vroeger een tijd lang docent is geweest in Toulouse. Als ik via hem verneem dat mijn streven u welgevallig is, zal ik mij zeer verheugen. Moge heer Jezus uwe Majesteit nog lang in goede gezondheid en in voorspoed bewaren. Bazel, 17 december 1523 |
|