De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus van Rotterdam groet de welwillende lezerDoor het overlijden van Hutten is de charme van mijn Spons grotendeels verloren gegaan, voor zover er bij dergelijke boekwerkjes sprake kan zijn van charme. Want als ik dat eerder geweten had, zou ik ofwel niet gereageerd hebben of heel anders; want er staan nu dingen in die alleen Hutten begrepen zou hebben. Ik denk dat hij de Spons nog niet gelezen had (hoewel bepaalde mensen beweerd hebben van wel), aangezien Hutten stierf op 29 augustus en Froben het drukken van de Spons bijna op hetzelfde moment afrondde als Hutten zijn leven afsloot. Enerzijds was de dood voor Hutten bijna een zegen, daar hij de arme man verloste van een hele hoop ellende en hem behoedde voor wat hem nog meer boven het hoofd hing, maar ander- | |
[pagina 83]
| |
zijds had ik liever gezien dat de dood een beetje vroeger was gekomen, namelijk voordat hij tot zo'n waanzin vervallen was dat hij met een vreselijk lasterlijk pamflet zoveel schade en schande uitstortte over zichzelf en de republiek der letteren, over de zaak van het evangelie en ten slotte over de goede naam van Duitsland: want ik heb van die ellende nog het minste last. Trouwens, als mensen zich lieten leiden door zuivere oordelen, zou het niet billijk zijn dat iemand zich vijandig opstelt tegenover de schone letteren als er iemand opdook die er verkeerd gebruik van maakt. Hetzelfde geldt voor de zaak van het evangelie, waaraan Hutten zich brutaal heeft opgedrongen hoewel zelfs Luther zich van hem afwendde en hem beschouwde als een vijand van zijn zaak;Ga naar voetnoot1. maar nog veel onrechtvaardiger is het om op grond van de fouten van één persoon te oordelen over de aard van een heel volk. Scythië had zijn Anacharsis, en Athene heeft veel uilskuikens voortgebracht. Voor de schande dat hij zonder enig motief onze vriendschap heeft verraden zou ik mijn vriend zeker behoed hebben als niet bepaalde mensen met opzet gezorgd hadden dat wij elkaar niet te spreken kregen.Ga naar voetnoot2. Nu prijs ik mezelf in elk geval gelukkig dat ik in mijn reactie steeds mijn oude terughoudendheid heb kunnen laten zien. Want als Hutten mij opgezocht had - wat hij volgens mij van plan was te doen als hij langer geleefd had, ofwel omdat hij nu eenmaal de schaamte voorbij was of omdat er voldoende mensen zouden zijn om zijn kar een duw in de goede richting te geven,Ga naar voetnoot3. zoals dat heet -, dan zou hij gemerkt hebben dat mijn antwoord echt niets anders was dan een spons. Wat mij betreft zal Huttens schim in elk geval in vrede rusten, als hij tenminste niet na zijn dood in een postuum schotschrift alsnog gaat bijten en mits er niemand opstaat die het hele drama opnieuw gaat opvoeren. Ik vind dat er inmiddels meer dan genoeg waanzin is verkocht. Gedane zaken nemen geen keer, dus blijft over het kwaad zo netjes mogelijk te begraven. Omdat het een heel goed advies is om een gave vrucht te plukken als er tussen alle rottigheid een hangt,Ga naar voetnoot4. zal ik om te beginnen uit deze vervelende situatie de volgende goede voornemens plukken: ik zal voortaan langer wachten met het aangaan van vriendschappen, voorzichtiger zijn in het onderhouden, zuiniger met het aanprijzen van iemand en omzichtiger in het aanbevelen. Want wat let mij om elke dag iets bij te leren en zo ouder te worden, naar de | |
[pagina 84]
| |
bekende uitspraak van Solon?Ga naar voetnoot5. Verder kan de jeugd hiervan leren om zich evenzeer toe te leggen op een goede mentaliteit als op goede wetenschap, om zo haar hartstochtelijke begeerten in te tomen met de teugels van het verstand: want vele jongelui koesteren aanvankelijk hun ondeugden, vergeven zichzelf het hoeren en snoeren als jeugdzonden en denken dat gokken en brassen tekens van voornaamheid zijn. Intussen slinkt hun banksaldo, groeit hun schuld, loopt hun goede naam gevaar en verliezen zij de steun van de vorsten op wier welwillendheid zij teerden. Al snel verleidt armoede hen tot roverij. Eerst wordt voor roof het voorwendsel van oorlog gebruikt; dan, wanneer niets genoeg is voor hun zucht naar luxe (als voor het vat der Danaïden),Ga naar voetnoot6. gaan ze over op perverse plannen, zodat ze geen verschil meer maken tussen vriend en vijand als ze hunkeren naar buit. Ten slotte storten zij zich, als een paard dat zijn berijder afgeworpen heeft, hals over kop in het verderf. Trouwens van Hutten verbaast me dit niet zo: hoezeer nagenoeg al zijn plannen ondoordacht waren, is beter bekend dan mij lief is. Ik moet wel zeggen dat ik gebrek aan gezond verstand constateer bij de mensen die hem op het toneel gehaald hebben om zijn dwaze stuk op te voeren, en die ook nu nog applaudisseren voor die smakeloze vertoning. Zij willen beschouwd worden als begunstigers van de schone letteren: geen mens heeft die meer schade toegebracht. Het zijn vurige volgelingen van Luther: ze hadden zijn zaak niet erger kunnen frustreren. Het waren vrienden van Hutten: zijn grootste vijand heeft hem niet zoveel kwaad gedaan. Zij haten Luthers vijanden: niemand heeft die vijanden ooit een leukere voorstelling geboden. Zij zijn echt Duits: in geen driehonderd jaar heeft iemand de reputatie van Duitsland meer beschadigd. Maar ik weet heel goed met welke bedoeling dit toneelstuk opgevoerd is en wie erachter zitten. Ik ben weliswaar eenvoudig van geest en niet achterdochtig, maar ik heb een goede neus en ik ben niet zo suf of achterlijk dat alleen ik niet zie wat iedereen ziet. Echt, als het nu nog mogelijk is van dit gladiatorengevecht af te komen, wil ik liever niet meer weten wat ik weet en vergeten wat ik me herinner. Maar ik vrees dat dit niet mogelijk is vanwege bepaalde lieden die dol zijn op dergelijke drama's. Hoewel zij goed weten hoe beschaafd ik Hutten behandeld heb in de Spons, generen die mensen zich niet het praatje rond te strooien dat ik het boek pas op papier gezet heb na Huttens dood, alsof ik van plan was tegen schimmen te vechten. Op Huttens Beklag heb ik onmiddellijk in de maand juli antwoord gegeven. Johann Froben heeft mijn manuscript gezien en met hem enkele andere per- | |
[pagina 85]
| |
sonen. Hij was van plan het te drukken maar had op dat moment geen drukpersen vrij, en mij leek uitstel ook beter: anders zou er misschien vóór de boekenbeursGa naar voetnoot7. nog een andere aanval verschijnen, waarop ik dan niet meer kon antwoorden. Omdat bekend is dat Hutten overleden is op de dag die ik genoemd heb, op een eilandjeGa naar voetnoot8. dat een flink eind voorbij Zürich ligt, en omdat vaststaat dat Froben tegen 13 augustus begonnen is aan de Spons en dat hij het werk op 3 september klaar had, hoe kan ik dan pas na Huttens dood de Spons op papier hebben gezet, vooral omdat Hutten onverwacht is overleden, naar men schrijft.Ga naar voetnoot9. Reken even uit hoeveel tijd er nodig is om het nieuws hier te brengen, zelfs met inzet van een koerier, en kijk naar de datum waarop de pakketten met boeken al verstuurd waren: dan vind je dat ik nog geen vier hele uren had om de Spons te publiceren. Alleen al op grond hiervan kun je de onbeschaamdheid schatten van mensen die dit rondstrooien. Als de persoon die ik hiervan verdenk zich bekend maakt,Ga naar voetnoot10. zal hij ontdekken hoe onwaar het is dat ik Hutten met heel mijn hart haat. Het ga u goed, lezer, en trek wijselijk lering uit mijn ongeluk. |
|