De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534
(2012)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1388 Aan Conradus Goclenius
| |
[pagina 82]
| |
uit Rome heb ontvangen eerder had gekregen, zou ik nu al op reis zijn geweest. Deze winter zal - hoop ik - een einde maken aan mijn ellende. Ik ben vreselijk bezorgd om de Franse koning. Ik ben op de hand van mijn vorst; maar ik zie geen einde als de expansie van de keizerlijke macht voortgaat.Ga naar voetnoot9. Ik heb moeten lachen om de simpelheid van Antonius,Ga naar voetnoot10. die je deze brief brengt. Hij kwam hier om boeken te kopen, om zijn habijt af te leggen en ten slotte was er nog iets van een trouwplan; en hij bezat geen cent. Ik waarschuw je dat je niet te veel te maken moet krijgen met dit duistere soort voorwendsels. Eerder heb ik je al het advies gegeven om je niet te zeer in te laten met vriendschappen met Duitsers: zij zijn een paard van Seius.Ga naar voetnoot11. Het ga je goed, en ga vol goede moed door met je werk op het gebied van de Muzen: succes zal je uit een andere richting toelachen. Met betrekking tot FranzGa naar voetnoot12. waarschuw ik je nogmaals dat je absoluut niets van mijn zaken aan hem toevertrouwt. Bazel, 25 september 1523 |
|