1377 Aan Johannes Sylvius Egranus
[Bazel, juli 1523?]
Aan zijn vriend Egranus. Gegroet. Ik was van plan je heel wat te schrijven, maar deze bode vertrok plotseling. Eppendorf ontkent alles aangaande de uitgave van het pamflet.Ga naar voetnoot1. In een brief die hij me gestuurd heeft, kondigde hij mij een duel aan, meteen daarna dreigt hij in een andere met de strop.Ga naar voetnoot2. Hij schrijft dat zijn ouders van hoge adel waren en dat hij liever duizend doden sterft dan ook maar één druppeltje koopmansbloed in zijn aderen te hebben. Hij is boos op jou omdat jij ik weet niet wat over hem geschreven zou hebben. Hij zei tegen Frobens zoon Hieronymus: ‘Ik geloof dat die man door mijn broer doorstoken is.’ Heeft hij zo'n broer,Ga naar voetnoot3. die zo maar mensen doorsteekt? Het ga je goed. Voor meer is geen tijd.
Je vriend Erasmus